Ros?startbedrijven zorgenkindje bij antibioticareductie

Hoewel het gebruik bij deze categorie met 8,9 procent gedaald is, zitten rosésstartbedrijven met 69,1 dierdagdoseringen nog steeds op een onaanvaardbaar hoog niveau, vindt diergeneesmiddelenautoriteit Sda. Het expertpanel van de Sda gaat in 2021 aan de hand van I&R-gegevens onderzoeken of er technische redenen zijn die de grote spreiding in uitkomsten verklaren. Ook doen ze voorstellen om de berekening van de dierdagdoseringen in deze sector te verbeteren.

De grote systematische verschillen tussen roséstartbedrijven suggereren dat hier kansen liggen om het gebruik te verlagen. Aan eigenaren van startkalveren en dierenartsen worden verdere inspanningen gevraagd. Structureel hoog gebruik komt zeer regelmatig voor, 39 procent van de bedrijven had in zowel 2019 als 2020 een gebruik boven de actiewaarde. Meer dan de helft van de bedrijven (56%) bevindt zich in het actiegebied. De voorlopige benchmarkwaarde voor roséstartbedrijven is vastgesteld op 67 dierdagdoseringen.

Het gemiddelde gebruik bij blankvleeskalveren is afgelopen jaar gedaald met 4,0 procent. Over de afgelopen zes jaren laat deze diercategorie een dalende trend zien. Er is sprake van een bijna normale verdeling tussen bedrijven die veel en weinig antibiotica gebruiken. Dit betekent dat bij blankvleeskalverbedrijven het verbeterbeleid niet gericht moet zijn op de 'achterblijvers' met een hoog antibioticagebruik, maar op een structurele aanpak in de volle breedte van de keten.

Voor blankvleeskalverbedrijven is een voorlopige benchmarkwaarde vastgesteld op 23 dierdagdoseringen. Een kwart van de bedrijven heeft een gebruik hoger dan deze waarde. Structureel hoog gebruik komt echter relatief weinig voor.

Het antibioticumgebruik bij de categorie oud rosé is laag. Voor deze diercategorie is een benchmarkwaarde voor aanvaardbaar gebruik vastgesteld op 4 dierdagdoseringen.