‘Kalverhouderij essentieel onderdeel van zuivelketen’

Hoe kijkt u als melkverwerker naar de kalverhouderij?
Klaas: “De kalverhouderij is een essentieel onderdeel van de hele zuivelketen en vervult een waardevolle functie. Ze heeft ook een waardevolle functie als het gaat om de bestemming van stierkalveren. De sector zorgt ervoor dat deze kalveren een economische waarde behouden, met oog voor welzijn en als resultaat vlees van goede kwaliteit.”

Veel melkveehouders zijn nog nooit op een kalverhouderij geweest. Geldt dat ook voor u?
Koen: “Via onze Dairy Academy komen mijn collega’s en ik regelmatig bij een kalverhouderij. Wat opvalt is dat de zorg voor het kalf optimaal is, zowel qua voeding als dierenwelzijn.”

Welke rol ziet u weggelegd voor melkverwerkers om de samenwerking tussen melkveehouderij en kalverhouderij te bevorderen?
Klaas: “Melkverwerkers kunnen een belangrijke rol spelen in het versterken van de samenwerking tussen beide sectoren. Dit kan bijdragen aan een nog betere en efficiëntere veehouderijketen. Als Royal A-ware bevinden we ons op een strategische positie binnen de zuivelketen en hebben we de mogelijkheid om melkveehouders en kalverhouders dichter bij elkaar te brengen. Wat wij met onze Dairy Academy en kennispartners doen, is daar een mooi voorbeeld van. We creëren een platform waarin beide sectoren informatie, uitdagingen en oplossingen kunnen delen.”

Wat is de strategie van A-ware in de zuivelmarkt?
Klaas: “Er leveren op dit moment ruim 1.500 melkveehouders aan Royal A-ware en we hebben zes melkstromen waarmee we zuivelproducten leveren aan meer dan honderd landen. Wij koppelen met onze melkstroomstrategie, klanten aan melkveehouders. Melkveehouders kiezen bij ons de melkstroom die bij hun bedrijfsvoering past. We hechten grote waarde aan vrije keuzemogelijkheden voor melkveehouders. Dat is voor ons de basis van samenwerking. Iedere melkveehouder is voor ons even belangrijk, ongeacht de melkstroom waarin hij of zij levert. Iedere melkstroom heeft een eigen programma en klanten. Die ontwikkelen zich voortdurend, dat is ook terug te zien in de oplopende premies. We verkopen nog altijd meer dan we zelf produceren. Dat biedt mogelijkheden voor melkveehouders. We verwachten dit jaar onze wachtlijsten weg te kunnen werken en hebben ruimte voor nieuwe melkveehouders.

Wat zijn de verschillen in zorg voor het kalf in deze melkstromen?
Koen: “Iedere melkstroom heeft een eigen programma met verschillende voorwaarden en een eigen duurzaamheidsprogramma. Zorg voor het kalf is onderdeel van al onze zes programma’s. Alle melkveehouders werken met KalfOK om inzicht te krijgen in hun jongveemanagement en via onze Dairy Academy hebben we een samenwerking met Denkavit. Melkveehouders kunnen bijvoorbeeld workshops volgen over kalveropfok en de vleeskalverhouderij, waarmee zij informatie krijgen om hun eigen bedrijfsvoering te optimaliseren en om kennis te maken met de Nederlandse vleeskalverhouderij.”

Verwacht u dat er in de toekomst nog meer eisen komen voor de plek van het kalf in de zuivelketen? 
Koen: “We zien bij klanten een stijgende vraag naar duurzamer geproduceerde zuivelproducten. De verwachting is dat hiermee ook de voorwaarden op het gebied van dierenwelzijn zich verder doorontwikkelen. Er worden al strengere eisen gehanteerd en dierenwelzijn zal veel aandacht blijven houden.”

Is het reëel om te verwachten dat melkveehouders zelf de opfok van hun stierkalveren doen? 
Klaas: “Het is in mijn ogen niet reëel om melkveehouders zelf de opfok van hun stierkalveren te laten organiseren. Zowel een melkveehouder als kalverhouder is specialist in zijn of haar vakgebied. Het is prima dat dit gescheiden is, zo laat je het bij de professional.”

Welke rol spelen de reststromen van zuivel die richting de kalverhouderij gaan in de economische waarde voor de zuivelsector? Denk bijvoorbeeld aan wei, weipoeder en melkpoeder?
Koen: “Het gebruik van zuivelreststromen in kalvermelk speelt een cruciale rol in het economisch en duurzaam verwerken van onze bijproducten. Bovendien draagt het bij aan de circulaire economie: Door bijproducten te verwerken, wordt verspilling voorkomen en wordt de totale melkproductie optimaal benut.”

Hoe ziet u de Nederlandse melkveehouderij over tien jaar? 
Klaas: “Het is lastig om op dit moment een langetermijnplaatje te schetsen. Er zijn veel uitdagingen in de sector en veel onzekerheden als het gaat om beleid en wetgeving. We geloven in zuivel als bouwstof en bron van essentiële voedingsstoffen. De wereldbevolking groeit en de vraag naar zuivel groeit mee als basis van een duurzaam en gezond voedingspatroon. Er zijn uiteindelijk maar een paar plekken in de wereld waar zuivel goed kan worden geproduceerd. Noordwest-Europa is er daar één van. Ik hoop dat de nuchterheid weer de boventoon krijgt en men weer met minder emotie en op basis van juiste feiten beslissingen gaat nemen.”

Foto: Klaas de Jong (l) en Koen Veldman van Royal A-ware