Uitrijden drijfmest op grasland verlengd tot 15 september
Na overleg met experts en vertegenwoordigers van sectorpartijen, heeft landbouwminister Wiersma besloten om de uitrijddatum van drijfmest op grasland te verlengen van 31 augustus naar 15 september aanstaande.
De verruiming geldt voor heel Nederland. Veehouders krijgen zo de mogelijkheid om het restant in de stikstofgebruiksruimte met drijfmest te benutten. Met de maatregel voorkomt de minister dat dierlijke mest moet worden afgezet op de mestmarkt en daarmee de druk op de mestmarkt verder wordt vergroot.
Extreem nat weer
Extreem natte weersomstandigheden vanaf het najaar van 2023 en dit voorjaar hebben ertoe geleid dat agrariërs niet tijdig alle dierlijke mest binnen de gebruiksruimte hebben kunnen plaatsen. Het gevolg hiervan is dat vanaf 1 september kunstmest zal worden gebruikt in plaats van de beschikbare dierlijke mest en dat dierlijke mest moet worden afgevoerd terwijl de gebruiksruimte voor dierlijke mest niet altijd volledig benut is.
Uit de gegevens die beschikbaar zijn gesteld door het KNMI leidt de minister af dat sinds september 2023 nagenoeg in geheel Nederland de neerslag meer dan gemiddeld is geweest. In de maanden februari, april en mei 2024 viel er gemiddeld over het land zelfs twee keer zoveel neerslag als het langjarig gemiddelde over 1991-2020 voor deze maanden. Ook in de maanden die relatief droog waren, met name maart, waren er dagen met extreem veel neerslag. Deze weersomstandigheden hebben ertoe geleid dat de begaanbaarheid van het land voor de agrariërs het gehele voorjaar moeilijk was en dat het hierdoor op heel veel plekken in Nederland niet mogelijk was om tijdig de dierlijke mest uit te rijden.
Expertcommissie
De expertcommissie heeft beoordeeld in hoeverre een verlenging van de uitrijddatum van dierlijke mest nodig en mogelijk was, zodanig dat dit geen nadelige effecten heeft op de waterkwaliteit. De commissie komt tot de conclusie dat een verschuiving van de uiterste uitrijddatum van uiterlijk 31 augustus naar uiterlijk 15 september voor drijfmest op grasland mogelijk een gering verhogend effect zou kunnen hebben op de uitspoeling.
Door de natte omstandigheden zal de hoeveelheid minerale stikstof in de bodem echter waarschijnlijk niet zo hoog zijn en zal bemesting waarschijnlijk nog kunnen resulteren in een stikstofopname van de gewassen na 31 augustus. Ook constateert de Expertcommissie dat door de wijzigende klimatologische omstandigheden de groeiseizoenen verschuiven naar later in het jaar en dat de gewassen nog later in het jaar groeien en dus stikstof opnemen. Dierlijke mest geeft ook organische stof in de bodem, die goed is voor de bodemstructuur en de biodiversiteit.
Nitraatrichtlijn
Het vaststellen van de uitrijdperiode is verplicht op grond van de Nitraatrichtlijn. Met het oog op het voorkomen van verontreiniging van de bodem zijn in het Besluit activiteiten leefomgeving specifieke periodes vastgelegd waarbinnen mest mag worden gebruikt. Deze uitrijdperiodes kunnen worden gewijzigd als sprake is van extreme weersomstandigheden in combinatie met een landbouwkundige noodzaak. Ook moet bij een wijziging rekening worden gehouden met het risico op een verontreiniging van de bodem.
Agractie is blij dat de minister tegemoetkomt aan de wensen van veehouders en zo de mestcrisis een beetje verzacht bij boeren waar de mestcrisis hard voelbaar is. De belangenorganisatie hoopt ook nog op coulance omtrent het scheuren van grasland en het inzaaien van vanggewas. Een reactie van de minister op deze onderwerpen laat echter nog op zich wachten. Jos Verstraten (bestuurder bij LTO vakgroep Melkveehouderij) ziet in de verruiming van de uitrijdperiode een mogelijkheid om de mestruimte op het land toch nog te benutten met drijfmest.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland