‘Verbinden van sectoren via zuivelconcepten’
Rondom kerst verschijnt de derde editie van het magazine Ons Kalf. Dit VVK-magazine gaat in op de dilemma's tussen melkveehouderij en kalverhouderij en mogelijke verbeteringen. VVK-voorzitter Hans Luijerink gaat hierbij in gesprek met Marije Klever; melkveehoudster en voorzitter van BoerenNatuur. Het sterker verbinden van beide sectoren via zuivelconcepten zou een stap in de goede richting zijn.
Vier jaar was ze portefeuillehouder melkveehouderij in het dagelijks bestuur van jongerenorganisatie NAJK. Een maand geleden werd ze voorzitter van BoerenNatuur: de organisatie die zich inzet voor boeren die met agrarisch natuurbeheer en natuurinclusieve landbouw aan de slag zijn. In beweging blijven en meegaan met veranderingen zijn de pijlers waarop de toekomstige landbouw gestoeld is, vindt Marije Klever (36), die naast haar bestuurlijk werk een melkveehouderij runt in het Utrechtse De Meern. In gesprek met Hans Luijerink, voorzitter van de Vereniging van Kalverhouders (VVK) geeft ze haar visie op de toekomstige melkveehouderij en kalverhouderij.
Als Klever naar de toekomst kijkt, ziet ze vooral een melkveehouderij die meer ruimte krijgt om door te ontwikkelen naar een robuuster systeem. Ze ziet het niet als transitie van de landbouw (zoals politiek Den Haag en bestuurders het noemen) maar juist als een transitie van het landbouwbeleid. Onderdelen die hierin belangrijk zijn - en nog belangrijker worden - zijn goed vakmanschap, technische innovaties en de inzet van groen blauwe diensten. Klever: “Als het beleid ons ondersteunt op deze punten, dan kunnen melkveebedrijven nog meer van waarde worden voor de maatschappij en voor de directe omgeving.”
Ook Luijerink ziet dat de omgeving en natuur steeds belangrijker worden bij het runnen van een veebedrijf. Wel moet het uitgangspunt zijn dat gewone gezinsbedrijven de kost kunnen verdienen en dat het inkomen niet alleen afhangt van vergoedingen voor natuur en groen/blauwe diensten. Klever is het daarmee eens. Ze ziet veel diversiteit in bedrijven en ondernemers. De omgeving van de boerderij kan kansen bieden of juist kansen in de weg zitten. “Is jouw focus alleen melken en groeien, dan moet je misschien wel verhuizen naar een andere polder.”
Kijkend naar de kalverhouderij, dan zien Klever en Luijerink in de toekomst concepten ontstaan waarbij de manier waarop de melkveehouder met zijn kalveren omgaat, een voorname positie gaat innemen. FrieslandCampina heeft zijn Planet Proof-programma, bij Aware heet het duurzaamheidsprogramma Beter voor Koe, Natuur en Boer en bij Cono is dat Caring Dairy. In de toekomst ziet Klever hier aspecten bij komen die te maken hebben met de opfok van kalveren, ook de stierkalveren. “Melkveehouderij en kalverhouderij hebben lang los gestaan van elkaar. Ik zie dat ze meer als een keten gaan werken. Dit maakt de melkveesector als geheel ook minder kwetsbaar.”
Wat er met de kalveren gebeurt, is ook een deel van de zuivelketen, vindt Luijerink. Waar de kalverhouderij nu vooral leunt op blankvlees en export, ziet hij voor de toekomst segmenten ontstaan voor het houden van (jong) rundvlees van Nederlandse origine dat ook in Nederland geconsumeerd wordt. “Belangrijk is wel dat het allemaal betaald kan worden”, zegt de VVK-voorzitter. “Als je boodschappen doet, kies je vaak voor het goedkoopste. Dat is je eerste reactie. De vleesproducten die wij maken, en de toegevoegde waarde die we leveren, moeten wel door de consument gewaardeerd worden. Anders heeft het geen bestaansrecht.”
Klever oriënteert zich momenteel op het langer aanhouden van kalveren voor het vlees. Black Angus, lijkt haar wel wat. Hiermee zou ze het ondereind van haar veestapel kunnen insemineren. Op haar eigen bedrijf heeft ze al een voorbeeld waarbij een tweede tak voor extra inkomsten kan zorgen. Bij haar is dat de melktap. “Mijn bedrijf ligt in De Meern bij Utrecht. Ik heb een klein winkeltje gemaakt met een melktap. Dat loopt best goed. Als je naast je bedrijf iets begint omdat je het leuk vindt, kan het uiteindelijk zelfs meer opleveren dan de inkomsten van de melk die je aan de fabriek levert.”
Klever en Luijerink zijn het er over eens dat de melkvee- en kalverhouderij moeten streven naar een robuust veehouderijsysteem dat de omgeving minimaal belast en juist waarde kan toevoegen aan die omgeving. Luijerink: “Onze twee sectoren dragen dat in zich.” Klever vindt het belangrijk dat daarbij het gezinsbedrijf als uitgangspunt genomen wordt, want dat is een sterke verbinding met de maatschappij. “Als we als melkveehouders letterlijk de ruimte krijgen, dragen we nog meer bij aan de biodiversiteit, het verlagen van emissies en het verbeteren van het welzijn van onze koeien en kalveren.”
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland