Inkomen kalverhouders blijft ver achter

Het gemiddelde inkomen van land- en tuinbouwers in 2023 is 37.000 euro hoger dan het gemiddelde over de periode 2018-2022. De verschillen in inkomens tussen de bedrijven zijn echter enorm: 20 procent heeft een inkomen per onbetaalde aje van minder dan 8.000 euro en eenzelfde groep verdiend meer dan 165.000 euro per onbetaalde aje.

Waar kalverhouders jaarlijks schommelen rondom de 45.000 euro, verbeterden varkens- en pluimveehouders zich fors. Zeugenhouders verdienen in 2023 meer dan het tienvoudige van kalverhouders, en vleesvarkenshouders het viervoudige. Pluimveehouders zitten daar met een inkomen van ongeveer 300.000 euro per onbepaalde aje tussenin. De extreem hoge inkomens in deze sectoren komen door een combinatie van hogere prijzen voor biggen, vleesvarkens en eieren (door een kleiner Europees aanbod) en een daling van de voerprijzen.

Door lagere melkprijzen als gevolg van een hogere aanvoer van melk daalt in 2023 het inkomen van melkveehouders van 122.000 euro naar 78.000 euro per onbetaalde aje. Dit inkomen is nog steeds 20.000 euro boven het vijfjarig gemiddelde. Dit geldt ook voor akkerbouwers, waarbij de kg-opbrengsten dit jaar achterblijven door veel neerslag.