Melkveehouderij zal mee moeten bewegen

Handelaren in kalveren denken dat de verhoging van de transportleeftijd vooral slecht uitpakt voor het segment blank kalfsvlees. Er zal meer spreiding komen tussen de dieren als ze langer op het melkveebedrijf blijven. Het wordt daardoor lastiger om de mindere kalveren te corrigeren. Daarnaast voorzien handelaren dat de transportkosten toenemen. Afhankelijk van de totale reisduur en in hoeveel lagen er nog geladen kan worden (twee of drie lagen), nemen de transportkosten toe met 1 tot 5 euro per kalf.

Marijke Everts van VanDrie Group ziet de verandering van de transportleeftijd minder somber in. Onderzoek van Wageningen UR - dat binnenkort verschijnt - laat zien dat kalveren die 28 dagen op het melkveebedrijf verblijven, in plaats van 14 dagen, meer antistoffen hebben gedurende de eerste weken op het kalverbedrijf. Ook hebben ze minder antibiotica nodig. Bovendien ligt de sterfte lager en het karkasgewicht hoger. Een kwaliteitsverschil tussen de dieren bij aankomst, kan volgens haar met voeding voldoende bijgestuurd worden zodat de kwaliteit van het kalf aan het einde van de ronde optimaal is: “Een transportleeftijd van 28 dagen heeft voor ons meer voordelen dan nadelen.”

Everts constateert wel dat de selectie van kalveren aan de voorkant nog belangrijker wordt zodat er uniforme koppels ontstaan. Ook voorziet ze dat de afstemming met melkveehouderij belangrijker wordt. Het zou volgens haar goed zijn wanneer de voerprogramma’s op het melkveebedrijf beter worden afgestemd op de kalverhouderij. Wil Meulenbroeks, voorzitter van de LTO-vakgroep Melkveehouderij, denkt dat een integrale benadering een randvoorwaarde is voor melkvee- én kalverhouderij. Ondanks dat hij nog niet toe is aan een transportleeftijd van 28 dagen voor Nederlandse kalveren, denkt hij wel dat dit alleen kan slagen wanneer er meer ketenregie is.

“Ik wil voorkomen dat we binnen de kortste keren voor kalveren van een maand oud op een niveau van 70 tot 80 euro zitten. Als we kwaliteit moeten leveren, zal dat ook beloond moeten worden.” Op zijn bedrijf krijgen de stierkalveren nagenoeg onbeperkt melk. Volgens Meulenbroeks drinken ze op een leeftijd van 14 tot 28 dagen gemiddeld 8 liter per dag. “Dat betekent dus 42 euro melkpoeder per kalf extra. Dan heb ik het alleen over de voerkosten. Daar komen investeringen in stalcapaciteit, arbeid en risico op uitval nog bij.”

Everts denkt dat het slechts een kwestie van tijd is voordat ook in Nederland de minimale transportleeftijd omhoog gaat. “Alle ontwikkelingen wijzen die kant op. Binnen nu en vijf jaar is het zover.”

Lees het volledige artikel in De Kalverhouder dat zaterdag 7 augustus verschijnt.