De kalversector, bedrijfsleven en provincie Noord-Brabant zijn in 2018 een onderzoek gestart op een vleeskalverbedrijf in Someren om te komen tot emissiearme stalsystemen. Ondanks dat de brongerichte maatregelen in de eerste fase van het onderzoek nog niet hebben geleid tot systemen die meer dan 50 procent ammoniak reduceren, zijn de resultaten hoopvol.
In de tweede fase van het onderzoek – die momenteel nog loopt – zijn de meest perspectiefvolle systemen verbeterd en vinden er validatiemetingen plaats die hopelijk voldoen aan de emissie-eis van Noord-Brabant (50% ammoniakreductie).
In de eerste fase van het onderzoek (die liep van oktober 2018 tot juli 2020) zijn drie keldermaatregelen onderzocht: verdunnen van mest met ammoniakarme vloeistof, directe scheiding van mest/urine via een urinedoorlatende mestband en tot slot koelen en diepkoelen van de mest. Daarnaast zijn verschillende vloertypen onderzocht op hun bijdrage aan de emissiereductie. Dit gebeurde zowel op het praktijkbedrijf in Someren als op het laboratorium van Meet-ID.
Uit het onderzoek blijkt dat verreweg het grootste deel van de ammoniakemissie vanuit de mestkelder komt (70%) en de rest van de emissie ontstaat vanaf de roostervloer (30%). Om de emissie te verminderen is een keldermaatregel het meest effectief. Maar ook een roostervloer kan bijdragen aan het verminderen van de ammoniak, zij het in mindere mate.
Om het effect van roostervloeren te meten is in het laboratorium van Meet-ID een mestkelder nagebouwd (90 centimeter diep en voor de helft gevuld met mest van rosékalveren). Hier zijn twee typen vloeren vergeleken met betonnen roosters. De Cattlefloor van Nooyen (gecoat stalen, open rooster, 50 procent doorlatend) verminderde de ammoniak vanuit de stal met 44 tot 48 procent ten opzichte van betonnen roosters. De Groene Vlag-vloer van ICE gaf een reductie van 23 tot 25 procent. De gemeten reductiecijfers in het laboratorium betreffen een theoretisch maximaal haalbare emissiereductie onder de gegeven omstandigheden en kunnen niet één op één vertaald worden naar een praktijksituatie.
Op het praktijkbedrijf in Someren zijn verschillende roostervloeren verder getest onder praktijkomstandigheden bij blankvleeskalveren. Hieruit blijkt ook dat goed doorlatende vloeren (die ongeveer 50 procent open zijn) een bijdrage kunnen leveren aan de ammoniakreductie. De bijdrage in de praktijk is kleiner dan uit het onderzoek bij Meet-ID blijkt. Het kunststof rooster van Jansen Livestock Equipment realiseert 11 tot 17 procent minder stalemissie dan een standaard houten rooster. De Cattlefloor van Nooyen blijkt 8 tot 29 procent minder ammoniakemissie te geven in vergelijking met de Groene Vlag-vloer en een vloer met een rubber topping, waarvan aangenomen wordt (WUR, vloerenonderzoek 2010-2017) dat deze twee vloeren een vergelijkbare emissie hebben als houten roosters.
Naast mogelijke kansen voor vloeren, heeft het onderzoek in Someren ook inzicht gegeven in maatregelen in de mestkelders. Ondiepe V-vormige kelders (zoals in de oude boxenstallen) met continue afvoer van urine via een giergoot, stoten gemiddeld op jaarbasis circa 16 procent minder ammoniak uit dan eenzelfde stal met een diepe mestkelder. Vooral in de zomermaanden presteren die ondiepe V-vormige kelders beter (-34% ammoniakemissie) dan de diepe kelders. In de winterperiode liggen de emissies van beide keldersystemen nagenoeg gelijk.
Koeling van de ondiepe, V-vormige kelders met continu urineafvoer (oude boxenstallen) bleken in de zomerperiode circa 20 procent emissiereductie op te leveren ten opzichte van een traditioneel uitgevoerde ondiepe kelder met continu afvoer van urine. Het effect in de winterperiode was nagenoeg afwezig. Het koelen van de mest in een diepe kelder leverde tijdens de zomer een emissiereductie op van 35 procent. Ook hier is het effect in de winter klein.
In de eerste fase van het praktijkonderzoek in Someren zijn de metingen gebruikt om de keldermaatregelen te optimaliseren. Bij verschillende perspectiefvolle systemen, waaronder een urinedoorlatende mestband en een speciaal ontworpen mestkelder met mestschuif vinden in de tweede onderzoeksfase officiële validatiemetingen plaats waarbij de verwachting is dat deze twee systemen meer dan 50 procent reductie kunnen realiseren.
Ook vinden er validatiemetingen plaats aan verschillende deelsystemen (zoals koelen van mest en mest opvangen in ammoniakarme vloeistof). Al deze metingen dienen voor opname op de Rav-lijst zodat kalverhouders deze stalsystemen en deelsystemen te zijner tijd kunnen toepassen. De tweede fase van het onderzoek loopt van januari 2020 tot en met mei 2021.
Will van Hoof, vertegenwoordiger namens de kalverensector: “Op basis van de eerste resultaten worden meerdere systemen doorontwikkeld en geoptimaliseerd. Ook vinden er binnen het lopende onderzoek validatiemetingen plaats, zodat systemen opgenomen kunnen worden op de Rav-lijst. De volgende stap is opschaling naar bedrijfsniveau. Belangrijk aandachtspunt blijft de betaalbaarheid van de emisiearme stalsystemen. Die zit met name in de verwaarding van de meststromen. Binnen andere projecten waarbij de provincie Noord-Brabant betrokken is, wordt hier ook aan gewerkt.â€
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland