Aaltje als vervanger van madendood

Evenals madendood wordt dit aaltje verspreid in de mestkelder. Het aaltje vreet zich naar binnen in de larve, waarna de larve sterft. In 2021 gaat ongediertebestrijder Agro Pest Control op alle bedrijven waar het komt dit aaltje inzetten als vervanger van madendood. Pas als blijkt dat de bestrijding onvoldoende werkt, grijpt het bedrijf terug op chemische madendood.

Biologische bestrijding van vliegen is het verst in de varkenshouderij. 95 procent bestrijdt in deze sector vliegen op een biologisch wijze. Volgens Joan Rooijakkers van Agro Pest Control ligt dit op melkveebedrijven op 90 procent. De kalverhouderij blijft met 50 tot 60 procent ver achter. Volgens de plaagdierbestrijder komt dat omdat de kalverhouderij veel later dan andere sectoren is begonnen met een consequente aanpak. Hierdoor hebben chemische middelen lange tijd de voorkeur gehad.

Belangrijk bij een biologische bestrijding is volgens Rooijakkers om planmatig te werken waarbij steeds een vinger aan de pols gehouden wordt. “Van de honderd kalverbedrijven zijn er tien waarbij een biologische bestrijding niet werkt. Bij de rest lukt het uitstekend. Het is een cultuuromslag", schetst Rooijakkers. Met een onderhoudsabonnement proberen plaagdierbestrijders veehouders het werk uit handen te nemen en een garantie te geven dat vliegenoverlast niet meer voorkomt.

Bedrijven die overschakelen van een chemische bestrijding naar een biologische bestrijding moeten er rekening mee houden dat het twee jaar duurt voordat alle chemische stoffen uit de mestkelder en de omgeving van het hok verdwenen zijn. Rooijakkers: “Biologie heeft last van chemische reststoffen. Het duurt dus een tijd voordat de werking van biologische middelen optimaal is.”

Kalverhouder Willie Verberne uit Vlierden (Nbr) bestrijdt sinds enkele jaren de vliegen op een biologische manier. "Wil je goed chemisch bestrijden dan moet er drie keer per jaar madendood in de mestkelder. Gezien de kosten is het dan interessanter om voor biologische bestrijding te kiezen", is zijn verklaring. Daarnaast levert hij de kalvermest aan een zuiveringsinstallatie. Omdat deze op een biologische wijze de mest verwerkt, komt er steeds meer weerstand tegen de toepassing van madendood in de mestkelder.

De biologische bestrijding ging overigens niet meteen goed. Het eerste jaar, in 2019, werd het in de zomer 40 graden. “Er was een explosie aan vliegen. Verberne schakelde over naar een andere leverancier die een garantie durfde te geven dat er met biologische bestrijding geen vliegenoverlast zou zijn. Het resultaat was verbluffend: “Uit de potjes met larven kwamen nu veel meer roofvliegen dan bij de vorige leverancier." Vanaf de zomer van vorig jaar heeft hij geen overlast meer gehad van vliegen. "We wisten niet wat we meemaakten. We konden zelfs weer buiten barbecueën.”

Lees het volledige artikel in De Kalverhouder die zaterdag 13 februari verschijnt.