Met een verplichte IBR-vaccinatie van runderen op verdachte en besmette bedrijven én import van IBR-vrije of gevaccineerde kalveren, probeert Nederland de koeiengriep uit te roeien.
Het initiatief voor de aanpak is genomen door LTO Nederland, de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), ZuivelNL en SBK, de brancheorganisatie van de kalversector. De aanpak moet onder andere leiden tot een verdere afname van het antibioticagebruik.
Voor de bestrijding van IBR gaat de staatssecretaris van Economische Zaken regelgeving voorbereiden. Het wordt mogelijk gemaakt dat bedrijven die aantoonbaar IBR-vrij of IBR-onverdacht zijn een vrijstelling krijgen van de vaccinatieplicht. Dit geldt ook voor bedrijven waar geen kalveren worden geboren, dieren altijd binnen worden gehuisvest en uitsluitend worden afgevoerd naar de slachterij, zoals vleeskalverbedrijven.
Naast dit vaccinatiespoor, zal de kalversector in de toekomst alleen nog IBR-vrije of gevaccineerde kalveren importeren. Dit geldt voor landen zonder artikel 10-status. De kosten bedragen ongeveer 2 miljoen euro per jaar.
Vooralsnog is er voor BVD geen regelgeving vanuit de overheid voorzien, onder andere vanwege het ontbreken van een officiële EU-status voor BVD. Mogelijk dat over enkele jaren wél met een uitroeiingprogramma rond BVD kan worden gestart. Het vrijwillige BVD-bestrijdingsprogramma - waar respectievelijk 65 en 75 procent van de Nederlandse melkveebedrijven aan deelneemt – blijft bestaan.
Daarnaast hebben zuivelondernemingen het voornemen om hun leveringsvoorwaarden per 1 januari 2018 zo aan te passen dat melkveehouders de besmettelijke virusziekte BVD gaan beheersen. Door het ontbreken van een kwaliteitssysteem in de vleesveehouderij is het in die sector beperkt mogelijk zaken te regelen.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland