Sneller+zetmeel+kan+kritisch+niveau+naderen
Nieuws

Sneller zetmeel kan kritisch niveau naderen

De bestendigheid van zetmeel in snijmaïs neemt af naarmate deze langer in de kuil ligt. Dit jaar is de situatie echter extra zorgwekkend, omdat de in 2024 geoogste mais van nature al een lagere bestendigheid heeft dan voorgaande jaren. Hierdoor kunnen de maiskuilen dit voorjaar een kritisch laag niveau van het bestendig zetmeel bereiken. Om de pensvertering en mestkwaliteit op peil te houden, is bijsturing noodzakelijk.

Onder normale omstandigheden bevat een maiskuil gemiddeld 33 à 34 procent bestendig zetmeel. Door het natte voorjaar en het daardoor late inzaaien, liggen zowel het drogestofpercentage als de zetmeelbestendigheid van de oogst uit 2024 lager. In veel maiskuilen is na de oogst slechts 26 à 27 procent bestendig zetmeel gemeten. Omdat de bestendigheid gedurende de conservering verder daalt, kan deze in sommige gevallen zelfs richting de 20 procent zakken. Dit kan risico’s opleveren voor de vertering en gezondheid van rosékalveren.

Risico op pensverzuring
De lagere bestendigheid betekent dat maiskuilen sneller verteren. Dit kan resulteren in dunnere mest bij rosékalveren. Bovendien zorgt het lagere drogestofpercentage voor een iets zuurdere pH van de mais, wat de kans op pensverzuring verhoogt. Dit kan de verte-ring verslechteren en daarmee ook de groei en gezondheid van de dieren negatief beïnvloeden. Vooral jonge kalveren die net op een bedrijf aankomen, zijn extra gevoelig. Zij ondervinden stress vanwege het transport en de nieuwe omgeving, wat hun weerstand verlaagt.
Om de vertering te optimaliseren, kan het rantsoen worden bijgestuurd met langzaam verterende grondstoffen of krachtvoer. Geschikte opties zijn palmpitschilfers, sojahullen of inlandse perspulp. Met name inlandse pulp, dat een lager suikeraandeel heeft dan andere pulpsoorten, helpt om de vertering te vertragen. Een combinatie van meer langzaam verterende grondstoffen en een iets lager maisaandeel in het rantsoen kan de negatieve effecten compenseren.

Belang van optimale groei
In tijden van hoge vleesprijzen is het essentieel dat kalveren optimaal blijven groeien, omdat dit direct invloed heeft op het financieel rendement. Afhankelijk van de leeftijd waarop rosékalveren geslacht worden, levert 50 gram extra groei al snel 7,5 tot 15 kilo zwaardere dieren op. Bij een vleesprijs van 6,40 euro en een aanhoudingspercentage van 51 procent, is dat 24 tot 49 euro extra opbrengst per dier. Zelfs als de rantsoenprijs voor een hoge daggroei hoger ligt dan van een standaardrantsoen, dan nog blijft er extra opbrengst over als winst.

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Donderdag
    13° / 8°
    25 %
  • Vrijdag
    13° / 6°
    30 %
  • Zaterdag
    15° / 6°
    20 %
Meer weer