Eric Beindorff (67): 'In kalverhouderij ligt mijn hart'

In april ga je met pensioen. Zie je er naar uit of zie je er tegenop?
“Beide. Ik ga zeker de contacten missen. In de kalverhouderij ligt toch mijn hart, daar heb ik zoveel mensen leren kennen. Van de andere kant krijg ik er vrijheid voor terug. Dat ik zelf kan bepalen wat ik op een dag ga doen. Daar kijk ik wel naar uit.”

Hoe ben je in de kalverhouderij terechtgekomen?
“Dat is al weer 43 jaar geleden. Mijn eerste werkgever was Denkavit. Ik begon als vertegenwoordiger binnen het rayon Veluwe en moest kijken hoe de kalveren het deden. Begin jaren tachtig stonden ze nog in boxen. Meestal ging het om bedrijven met zestig, zeventig kalveren. Je had een paar hele grote van vijfhonderd. Maar dat waren uitzonderingen.”

Toch ben je uiteindelijk in de wereld van accountancy terechtgekomen?
“Dat klopt, via een tussenstap weliswaar. Ik wilde meer bij de kalverbedrijven betrokken worden dan alleen de dieren. De financiële kant vond ik interessant en zeker ook bedrijfsovernames. Zo ben ik bij ZLTO terechtgekomen. In 2006 ben ik begonnen als accountmanager bij Accon en de laatste vijftien jaar als klantbeheerder bij Alfa Accountants, dat sinds kort aaff heet.”

In de tussentijd zijn die kleine kalverbedrijven flink gegroeid?
“Dankzij automatisering is schaalvergroting mogelijk geworden, bijvoorbeeld door automatisch melk- en ruwvoerverstrekking. Van de andere kant vraag ik me af of het bij elke kalverhouder past, zo’n groot bedrijf. Bij de opstart moet je veel arbeid regelen. Met een groot bedrijf heb je bovendien de keuze uit maar enkele grote contractgevers. Want de stallen wil je wel in een week vol hebben en ook wil je dat de vetten in één week worden opgehaald. Dat kunnen kleine spelers niet. Daarnaast zie je dat de ziektedruk toeneemt op grote bedrijven, onder ander vanwege veel herkomsten. Groot is niet altijd beter.”

Wat is de kracht van de kalverhouderij?
“Dat is toch wel de innovatie. In 43 jaar heb ik veel zien veranderen. Boxen werden groepshuisvesting. Daarna is er een flinke slag gemaakt naar duurzame energie. Er zijn biomaasaketels aangeschaft en zonnepanelen op de daken gekomen. Een groot deel van het relatief dure melkpoeder is vervangen door ruwvoer. Dat is goed voor het dierenwelzijn en de kostprijs blijft daardoor laag. Ook het antibioticagebruik is ten opzichte van 2007 meer dan gehalveerd. Dat zijn toch allemaal grote veranderingen die er voor gezorgd hebben dat de kalverhouderij bij de tijd is gebleven en bestaansrecht heeft.”

Wat is je in al die jaren het meest bijgebleven?
“Dat zijn toch wel de bedrijven die het financieel moeilijk hebben. Dit heeft een grote weerslag op de gezinnen. Ook bedrijfsoverdrachten die niet doorgingen waardoor die bedrijven uiteindelijk te koop werden gezet, blijven me bij. Als een bedrijf doorgaat naar de volgende generatie is dat het mooiste wat er is. Zo’n bedrijf wordt klaargemaakt voor de overname en een jong gezin gaat met volle energie en nieuwe plannen verder met het bedrijf. Daar heb ik altijd erg van genoten.”

Ook jij gaat je zaken overdragen naar een nieuwe generatie.
“Ja, Sietze Bakker is mijn opvolger. Hij is 28 jaar en sinds oktober 2022 werkzaam bij aaff in de vestiging Barneveld. Daarvoor heeft hij acht jaar bij een ander agrarisch accountantskantoor gewerkt, ook met de nadruk op de kalverhouderij. Sietze is lid van ons kalverhouderijteam en begeleidt studiegroepen.”

Je verlaat de sector op een uitdagend moment met een opkoopregeling, hoge mestkosten en onlangs nog een dreigende dierziekte.
“De opkoopregeling zal goed uitpakken voor de blijvers, is mijn mening. Je ziet nu al dat de contracten flink stijgen omdat er minder kalverplaatsen in Nederland beschikbaar zijn. Dat is goed want grote leegstanden van acht of negen weken, zoals we wel eens gehad hebben, is niet goed voor de sector. Van de andere kant zie je dat er minder nuka’s komen en de consumptie van kalfsvlees ook jaarlijks wat achteruitloopt. Het past dat er minder kalverhouders komen. Wat betreft de mestkosten zal het nog wel even knijpen zijn, maar daar komt ook een oplossing voor.”

Wat ga je vanaf april doen?
“Komend voorjaar en zomer ga ik mij bezig houden met mijn grote passie: bijen houden. Ik verhuur mijn bijenvolken voor de bestuiving in de fruitteelt zoals kersen en rode bessen. In het voorjaar en de zomer kweek ik sterke volken om een heerlijk potje honing mee te kunnen oogsten en de winter goed door te komen. Daarnaast wil ik volop gaan genieten van mijn kleinkind. In het najaar sta ik open voor een bestuursfunctie of een paar dagen per week betaald werk of vrijwilligerswerk. Ik ben nog te fit en gezond om helemaal niets te gaan doen.”