Vaccineren effectief tegen longaandoeningen
Om het antibioticagebruik te verlagen kan het vaccineren van jonge kalveren effectief zijn. Dit geldt voor zowel melkvee- als vleeskalverbedrijven. Een goede diagnose is wel belangrijk om te bepalen of een vaccinatie effectief is.
In een tijdperk waarin het gebruik van antibiotica onder druk staat, komt vaccineren van kalveren steeds meer in beeld als een oplossing om jonge dieren gezond te houden. Deze discussie speelt zowel op melkveebedrijven als op kalverbedrijven. Op kalverbedrijven is vaccinatie een manier om de besmettingsdruk te minimaliseren van de kalveren die daar samenkomen van honderden verschillende melkveebedrijven. Op melkveebedrijven is vaccinatie de manier om de besmettingsdruk te minimaliseren van ziektekiemen die circuleren tussen de oude en jonge dieren die op het bedrijf aanwezig zijn.
Praktijkproef op rosébedrijf
Hoe effectief vaccineren kan zijn, blijkt uit een proef van farmaceut Hipra op een vleeskalverbedrijf. De jonge dieren zijn daar gevaccineerd tegen de bacteriën Mannheimia haemolytica en Histophilus somni. Vooral de eerstgenoemde bacterie komt op vrijwel alle melkveebedrijven in West-Europa voor, en als gevolg daarvan dus ook bij vleeskalveren. Beide bacteriën kunnen een rol spelen bij het ontstaan van longontstekingen bij jonge dieren. Omdat de ziekte zich snel manifesteert bij meerdere dieren, kan een uitbraak grote gevolgen hebben voor de gezondheid van een koppel kalveren.
Het bedrijf waar de proef gedaan is, heeft 1.300 rosékalveren in drie groepen van ongeveer 440 dieren. De eerste drie maanden staan de dieren in een opfokstal, daarna gaan ze op hetzelfde bedrijf naar een afmeststal. Naast het feit dat elk nieuw koppel jonge kalveren van enkele honderden melkveebedrijven komt, zijn er op het bedrijf dus ook meerdere leeftijdsgroepen. Dat maakt de kans op circulatie van ziektekiemen groter. Het groot aantal individuele behandelingen van longaandoeningen op het bedrijf was de reden om tot vaccinatie over te gaan.
Twee groepen van ongeveer 440 niet-gevaccineerde kalveren (aanvoer juni 2021 en februari 2022) zijn vergeleken met twee ongeveer even grote groepen met aanvoer juni 2022 en februari 2023. Drie dagen na aankomst zijn de laatste twee groepen gevaccineerd met een geïnactiveerd vaccin. Drie weken later hebben ze een tweede vaccinatie ontvangen. Het aantal kalveren met een longontsteking daalde van ruim 39 procent naar iets meer dan 22 procent significant. Daarnaast daalde het aantal aanvullende individuele behandelingen significant met 55,07 procent.
Minder individuele behandelingen
Wico Teeuw van De Klomp Dierenartsen was als bedrijfsdierenarts nauw betrokken bij de proef. Hij noemt vooral het lagere aantal individuele behandelingen als grootste voordeel. “Als dieren meerdere keren individueel behandeld moeten worden, zie je dat er fors meer achterblijvers in een koppel komen. Dat is funest voor het financiële rendement en wil je te allen tijde voorkomen.” Teeuw ziet vaccinatie als dé nieuwe manier om ziektes in een koppel te beteugelen, maar noemt ook dat maatwerk belangrijk is. “Goed onderzoek naar de oorzaak is belangrijk en ook welke bacteriën en virussen een rol spelen. Daarna kun je bepalen of vaccinatie effectief is.”
De ervaring van dierenarts Arjen van Veenhuisen van dierenartsenpraktijk AnimalCare is dat longziektes veel minder heftig optreden als jonge dieren gevaccineerd zijn. Hierdoor komt er volgens hem minder ondereind in een koppel. In veel gevallen kunnen kalverhouders ook besparen op een koppelkuur met antibiotica. Van Veenhuisen wil vooral de algehele gezondheidswinst benadrukken. Als kalveren in de toekomst langer op het melkveebedrijf blijven, ziet hij ook mogelijkheden om de benodigde vaccinaties te spreiden tussen melkveehouder en kalverhouder. Dat levert volgens hem een voordeel op voor melkveehouders (gezonder jongvee) en kalverhouders (gezondere dieren en minder antibiotica).
Koppels scoren technisch beter
Ook voor Teeuw is primair de gezondheidswinst de aanleiding om tot vaccinatie over te gaan. Wel ziet hij dat gevaccineerde koppels ook technisch beter kunnen scoren. Dat blijkt ook uit de Hipra-proef die bij zijn kalverhouder gedaan is. Er was een significant verschil in karkasgewicht tussen kalveren in de controlegroep en de gevaccineerde groep. Gevaccineerde kalveren wogen bij de slacht 3,96 kilo meer, ondanks dat ze gemiddeld 6,45 dagen eerder werden geslacht. Ook alle kalveren zonder individuele antibioticabehandeling bleken significant zwaarder (7,68 kg) dan kalveren met één behandeling. In vergelijking met twee of meer individuele antibioticabehandelingen was het verschil in groei zelfs 17,19 kg.
Tijdens de proef is ook gekeken naar karkasafwijkingen. Dit gebeurde tijdens inspecties in het slachthuis. Het aantal kalveren met zichtbare longschade als gevolg van chronische longontsteking daalde van 4,91 procent (controlegroep) naar 2,58 procent (gevaccineerde groep). Een daling van bijna 50 procent.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland