Noodstroomaggregaat vanaf nu verplicht

Wanneer het alarmsysteem afgaat, moet het aggregaat direct starten. Dat mag automatisch via een dieselaggregaat (met een eigen brandstofvoorraad) of via een trekkeraggregaat (aanwezig op het bedrijf) waarbij de trekker geldt als toeleverancier van brandstof en vermogen. De keuze hangt af van de grootte van het bedrijf. Grofweg kun je stellen dat voor kleinere bedrijven met een aansluiting van 63 Ampère of lager een trekkeraggregaat een optie kan zijn. De meeste trekkers kunnen voldoende vermogen leveren om het aggregaat draaiend te houden. Boven de 63 Ampère ligt dit niet voor de hand. Dan is een stand alone aggregaat met een eigen brandstofvoorraad de beste optie.

Voorkomen van verstikking
Hoewel veel kalverbedrijven met het openzetten van luchtinlaatdeuren voor voldoende frisse lucht kunnen zorgen bij uitvallen van de mechanische ventilatie, is ook voor deze bedrijven een aggregaat verplicht als het dierenwelzijn en de diergezondheid lijden onder stroomuitval. Voor bedrijven met luchtwassers of een overdruksysteem is een aggregaat letterlijk van levensbelang voor de dieren. In deze stallen kan stroomuitval leiden tot verstikking omdat er onvoldoende natuurlijke trek ontstaat als ventilatoren stilvallen.

Onbelast en belast testen
In de voorschriften staat dat het complete alarmsysteem elke maand getest moet worden. Hiervoor moet een administratie bijgehouden worden waarin ook storingen en reparaties vermeld staan. Deze administratie moet dertien maanden bewaard worden. Eén keer per jaar moet het aggregaat belast getest worden zodat de ondernemer weet dat het aggregaat een serieuze stroomuitval aan kan. Dit belast testen kan bijvoorbeeld tijdens het reinigen van de stallen tussen twee ronden. Dan is er weinig haast en kan de werking goed getest worden. Ook is er dan tijd voor onderhoud.

In de ruimte waar het aggregaat staat moet een handleiding aanwezig zijn. Ook moet er brandstof aanwezig zijn zodat het aggregaat zes uur kan draaien.