Zandprovincies nemen innovatiestokje over

De zandprovincies willen samen met de veehouderijsectoren de ambities versnellen op het gebied van ammoniak- en broeikasgasreductie. 32 innovatiepilots mogen in september een projectplan aanleveren. De plannen die na beoordeling door een commissie van deskundigen worden goedgekeurd, kunnen rekenen op extra (financiële) ondersteuning.

Na bouw-, optimalisatie en meten van de stallen, worden de perspectiefvolle systemen opgenomen in wet- en regelgeving zodat ook andere veehouders deze stalsystemen kunnen toepassen.

Voor de kalverhouderij zijn vier projectideeën ingediend. Het betreft het opvangen van mest in ammoniakarme vloeistof, het versneld verwijderen van mest uit de stal via goten en twee projecten met dagontmesting, namelijk: mestschuif (in combinatie met het sproeien van een emissiebeperkende vloeistof) en een urinedoorlatende mestband.

Naast het doorontwikkelen van stalsystemen zetten de zandprovincies zich ook in voor het realtime meten van emissies via sensoren. De ambitie is om bestaande pilots en projecten door te ontwikkelen tot een netwerk van circa 25 praktijkonderzoeken om daarmee emissie reducerende maatregelen onderbouwd en juridisch houdbaar te kunnen inzetten. Dit vraagt ook ontwikkeling van datasystemen, zoals dataplatformen, waarbij er voldoende aandacht moet zijn voor fraudebescherming en data-eigenaarschap.

Dat de zandprovincies de regie aangaande stalinnovaties naar zich toetrekken, heeft te maken met het verlies van daadkracht vanuit het ministerie van LNV. In 2020 lanceerde het ministerie de innovatieregeling Sbv die tien jaar zou lopen. Na drie openstellingen tussen 2020 en 2022, heeft LNV-minister Adema de regeling eind 2022 voorlopig stopgezet. Ook na het rapport uit 2021 over versnellen van stalinnovaties van kwartiermaker Ruud Tijssens is de beoogde versnelling vanuit LNV achtergebleven.

De zandprovincies die betrokken zijn bij de nieuwe opzet zijn: Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg.