Minder kalveren ge?mporteerd, wel meer Ieren

Het lager aantal buitenlandse kalveren komt met name door de Duitse 28-dagenregeling. In de eerste twee weken van januari zijn er vrijwel geen Duitse kalveren naar Nederland gekomen, terwijl er in 2022 na twee weken al 30.000 Duitse kalveren naar Nederland waren gebracht.

Wanneer de eerste twee weken niet meegerekend worden, zijn er zelfs 18.000 Duitse kalveren meer naar Nederland gekomen. 60 procent van de totale import komt van onze oosterburen.

In totaal zijn er de eerste 23 weken 371.000 kalveren geïmporteerd ten opzichte van 385.000 het jaar er voor.

Het aantal Ierse kalveren is in die periode gestegen van 91.000 naar 100.000, terwijl 2022 ook al een recordjaar was wat betreft jonge kalveren uit dat land. Ierland heeft te maken met een groeiende melkveestapel waardoor ook de afhankelijkheid van de export toeneemt. De regering maakte onlangs bekend dat ze het aantal melkkoeien wil verminderen met 200.000 stuks omdat ze bang is dat het land anders de klimaatdoelen niet haalt.

Tegenover de stijging van het aantal importkalveren uit Ierland staat een flinke daling van het aantal kalveren uit Estland (2022: 10.400, 2023: 1.835). In de overige landen hebben zich slechts kleine verschuivingen voorgedaan.

Vanwege het BVD-bestrijdingsprogramma in Nederland zal de import van kalveren uit de Baltische Staten en Oost-Europa na dit jaar stoppen. De kalversector is voornemens om vanaf 1 januari 2024 alleen kalveren te importeren uit landen waar een nationaal BVD-bestrijdingsprogramma in werking is. Van de huidige importlanden zijn dat Duitsland, België, Luxemburg, Denemarken en Ierland.