30 procent minder stikstofuitstoot met aanvullende maatregelen
Wageningen University & Research heeft zes beleidsmaatregelen geformuleerd die de regering kan nemen om de emissie van stikstof met 30 procent te verlagen.
De eerste, afschaffing van de derogatie en invoeren van bufferstroken, heeft het kabinet al ingevoerd. Die generieke maatregelen leveren 6 procent minder ammoniakuitstoot op. De tweede maatregel is een normering van gebruik van kunstmest, waardoor het gebruik in de landbouw fors vermindert. Een totaal verbod levert 9 procent stikstofwinst op, maar is onrealistisch, vindt Wageningen. Een forse vermindering is reëler.
De derde generieke maatregel is het voorschrijven van emissiearme huisvestingssystemen voor dieren. Dat levert 7 procent minder ammoniakuitstoot op. Deze maatregel is duur voor de veehouders en de effectiviteit van emissiearme stallen laat te wensen over, stellen de onderzoekers als kanttekening. Vierde maatregel is een set van maatregelen voor een emissiearme bedrijfsvoering. Die maatregel kan maar liefst 20 procent ammoniakreductie opleveren, maar is complex en vergt een langdurig wetgevingstraject.
Vijfde maatregel is het verminderen van de veestapel door instellen van maximale veebezetting per hectare in de melkveehouderij. Dat levert 8 tot 15 procent stikstofwinst op. Tot slot kan de overheid productie- en fosfaatrechten afromen bij de verkoop van bedrijven. Dat levert naar schatting 2 tot 7 procent op. Het totale pakket van generieke maatregelen, exclusief emissiearme bedrijfsvoering, levert een stikstofreductie op van ruim 30 procent, schatten de onderzoekers.
Daarbij rekenen ze de stikstofwinst ten opzichte van een zogenaamde ‘referentieraming’, waarbij ze reeds afgekondigd generiek beleid van de regering doorrekenen en de daarmee de stikstofemissies in 2030 ten opzichte van 2020 bepalen. In deze referentieraming houden de onderzoekers rekening met de te verwachten daling van het landbouwareaal en dieraantallen (5%), de aanscherping van emissienormen voor stallen, betere toediening van mest op land en aanname dat de overbemesting stopt. Dat leidt al tot een reductie van 17 procent ammoniak in 2030. De extra generieke maatregelen die Wageningen doorrekende, komen daar, mits doorgevoerd, bovenop.
De onderzoekers stellen tevens vast dat de maatregelen ‘geen kunstmest’, de maximale veebezetting per hectare en het afromen van productierechten bij transacties ook bijdragen aan het halen van de klimaatopgave. Voordeel van deze drie maatregelen is ook dat ze simpel zijn in te voeren en een hoge doelmatigheid hebben. De regering kan het kunstmestgebruik normeren, productierechten afromen en een algemene norm voor veebezetting invoeren via aanpassing van bestaand beleid, zeggen de onderzoekers. De invoering van beleid voor emissiearme bedrijfsvoering is complexer. De overheid kan hiervoor een doel vaststellen en een set van kritische prestatie-indicatoren benoemen waarmee de boeren dat doel kunnen halen.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland