Veel Dijksma-miljoenen dreigen onbenut te blijven
Van de vijf keer 10 miljoen euro die het ministerie van LNV tot nu toe heeft toegezegd aan de kalfsvleesketen is slechts 30 miljoen benut. De kans dat het onbenutte deel wordt omgezet in duurzaamheidsinvesteringen lijkt steeds kleiner te worden.
In 2014 is de gekoppelde steunmaatregel voor de kalverhouderij gestopt. Toenmalig LNV-staatssecretaris Sharon Dijksma heeft op aandringen van de Tweede Kamer een compensatieregeling toegezegd van 10 miljoen euro per jaar gedurende zes jaar. Dit geld zou besteed moeten worden aan systeeminnovaties en doorontwikkeling van de huidige houderijconcepten.
Voor de eerste vijf jaar heeft de kalversector samen met LNV plannen gemaakt. 30 miljoen euro is besteed aan ondersteuning van de aangescherpte kwaliteitsregels van SKV. 23 miljoen hiervan is daadwerkelijk naar kalverhouders gegaan. Daarnaast zijn er uitvoeringskosten gemaakt door RVO die van de 30 miljoen euro betaald zijn. Verder is er een investeringsregeling opgetuigd op het gebied van ammoniakemissiereductie en zachte vloeren. Hiervoor is 20 miljoen euro gereserveerd. Vanwege corona en algemene onzekerheid over de toekomst van kalverbedrijven is ongeveer een derde van dit geld (7 miljoen euro) besteed.
De laatste 10 miljoen euro (toezegging jaar zes) wil de minister benutten voor de pilots naar aanleiding van de scenariostudies. Omdat dit dossier vanwege het demissionaire kabinet door de Tweede Kamer controversieel is verklaard, wordt dit doorgeschoven naar het nieuwe kabinet dat hier een beslissing over neemt. Grofweg komt het er op neer dat van het toegezegde bedrag van de eerste vijf jaar 30 miljoen euro daadwerkelijk is besteed en 20 miljoen euro is toegezegd aan de sector maar nog niet benut.
Het onderdeel waarbij het meeste geld blijft ‘hangen’, is de investeringsregeling voor zachte vloeren en ammoniakemissiereductie. Kalverhouders hebben wel geld aangevraagd om de investering te doen, maar hebben die investering nog niet uitgevoerd. In de zomer van 2021 hebben deze kalverhouders een brief ontvangen van het ministerie met het verzoek de beschikking terug te geven, zodat de investeringsregeling opnieuw opengesteld zou kunnen worden.
Het aantal kalverhouders dat van deze mogelijkheid gebruik wilde maken was echter te laag. Een nieuwe regeling optuigen kost veel manuren vanuit RVO. Die uitvoeringskosten gaan ook ten laste van de toegezegde subsidie. De afspraak is daarom gemaakt dat minimaal twintig kalverhouders hun beschikking zouden teruggeven. Dat aantal is niet gehaald. Om het toegezegde geld alsnog te benutten, kunnen kalverhouders bij RVO uitstel aanvragen voor hun duurzaamheidsinvestering. Ze moeten dit verzoek wel onderbouwen en op termijn de investering doen.
Subsidies die na uitstel alsnog niet worden benut, worden door het ministerie niet nogmaals voor hetzelfde doel ingezet. Dat geldt voor subsidies aan alle veesectoren. Daarin wordt geen uitzondering gemaakt voor de kalversector. Geld dat niet benut wordt, vloeit terug in een ander bestaand POP3-subsidietraject.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland