Na meer dan een jaar onder het juk van corona te hebben geleden, proberen we als kalverhouderij uit het dal te kruipen. Prijzen herstellen zich langzaam. Daarentegen is de ontwikkeling van grondstoffen zorgelijk: eiwit, energie en zuivelgrondstoffen stijgen spectaculair. Dus de verdiensten kunnen we ook dit jaar weer op onze buik schrijven. Dat is vervelend en daar kunnen we van balen , maar ‘das ist landwirtschaft’ zegt onze Duitse buurman. Fluctuerende marktprijzen horen bij marktwerking.
Waar ik meer moeite mee heb, is het vergrootglas waar onze kalverhouderij nu onder ligt , nadat het sectorplan van onze brancheorganisatie SBK door de minister is afgekeurd, kwam ze zelf met een onuitvoerbare scenariostudie. We zijn hiermee op een rotonde belandt met verschillende afslagen. Welke afslag nemen we? Ons plan handhaven en wachten op een nieuwe minister? Richting het plan van de minister bewegen? Nogmaals kijken naar ons plan waar we wel slagen kunnen maken? Of moeten we kalverhouders adviseren eieren voor hun geld te kiezen en de boerderij te verkopen?
Rondjes blijven draaien op de rotonde, zoals we nu al een jaar doen, kunnen we nog wel even volhouden, maar er zal een keer echt perspectief moeten komen voor kalverhouders. Er vallen best nog wat slagen te maken in de kalverhouderij. Belangrijk daarbij is om de Nederlandse kalverhouder centraal te stellen en niet de handelsbelangen. Moeten we nog kalveren uit de Baltische staten halen? Ik denk dat dit achterhaald is. Ierland moeten we de komende jaren nog helpen, maar ook daar zal wat moeten gebeuren.
Van de andere kant moeten ook beleidsmakers inzien dat we in Nederland (samen met Frankrijk, Italië, Duitsland en België) een West-Europees streekproduct maken waarbij nagenoeg alle grondstoffen uit Europa komen (voer/kalf) en we het eindproduct (kalfsvlees) weer voor 90 procent in Europa verkopen. Dat betekent dus ook dat Nederlandse beleidsmakers hun postzegeldenken los moeten laten. We leven immers in Europa.
Als je met kalverhouders spreekt, komen er tal van oplossingen. Zowel voor het sectorplan als voor de scenariostudie. Het antibioticagebruik hebben we al voor 50 procent opgelost. Maar daar kunnen we nog een keer zo’n slag maken als we echt nauw gaan samenwerken met de melkveehouderij en de jonge kalveren de beste voeding geven die er is. Helaas heeft de kalverhouder op dit laatste niet altijd evenveel invloed.
Ook het stikstofprobleem kunnen we als boeren oplossen, geholpen door een investeringssteun vanuit de overheid. Als diezelfde overheid voor de komende tien jaar ook nog eens een mooie stoppersregeling in het leven roept, zijn we een heel eind. De gemiddelde leeftijd van een bedrijfshoofd ligt rondom de vijftig jaar. Er zijn er voldoende die de komende jaren willen stoppen. Zorg voor een warme opkoop zodat ze een mooi pensioentje hebben. En dat daarbij de kalverhouderij wat krimpt, vinden wij niet erg.
Nu ik zo een paar balletjes heb opgegooid, ben ik erg benieuwd wat er verder leeft bij onze collega-kalverhouders. Zoveel boeren zoveel meningen, maar voor het gros moet er perspectief zijn op een goede, rendabele toekomst. Dat moet het uitgangspunt zijn. Met wegkijken en struisvogelpolitiek komen we er zeker niet. Als we alle energie die op de boerenerven aanwezig is kunnen bundelen, kan er een ongekende kracht loskomen in onze kalversector.
Hans Luijerink
Voorzitter VVK
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland