Kalverslachterijen Ekro en T. Boer hebben in de tweede helft van 2017 de maximale score gehaald wat betreft naleving van de regels op het gebied van dierenwelzijn. Slachterij Ameco scoort op dit onderdeel matig.
Dat blijkt uit de naleefmonitor van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). In deze monitor worden voor het eerst de bedrijfsnamen bekend gemaakt zodat duidelijk is hoe individuele slachterijen presteren ten opzichte van collega’s. De meest recente gegevens hebben betrekking op de periode juli tot en met december 2017 en zijn opgesplitst in de thema's hygiëne- en dierenwelzijn.
Bij het opstellen van de dierenwelzijnsindicatoren heeft de NVWA het slachtproces in verschillende fases opgedeeld. Van de grote kalverslachterijen scoorden de VanDrie slachterijen Ekro en T. Boer op alle dierenwelzijnsonderdelen 100 procent. Ook slachterij Gosschalk en Vion realiseerden de maximale score.
Slachterij ESA (VanDrie Group) haalde op de onderdelen fixeren en bedwelmen beide een score van 67 procent. Fuite Veal scoorde op alle onderdelen goed behalve op het onderdeel verbloeden. Daar kwam het bedrijf niet hoger dan 33 procent.
Ameco in Apeldoorn is het slechtste jongetje uit de klas binnen de slachterijen waar kalveren worden geslacht. Het bedrijf scoorde op drie onderdelen matig, namelijk: dierenwelzijn bij aanvoer (80%), dierenwelzijn bij onderbrengen (60%) en dierenwelzijn bij fixeren (75%). In de periode juli/december 2017, ten tijde van het onderzoek, was deze nieuwe slachterij nog in een opstartfase. In het voorjaar van 2018 heeft eigenaar Van Westreeenen het merendeel van de aandelen verkocht aan VanDrie Group.
Niet alle slachterijen zijn meegenomen in de monitor van de NVWA. Zo komt slachterij Vitelco (Pali Group) niet voor in de monitor van grote slachterijen. Bedrijven die bezwaar hebben gemaakt tegen openbaarmaking van hun slachtgegevens zijn buiten de publicatie gehouden.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland