53 procent van alle Nederlandse melkveehouders neemt deel aan programma’s om IBR vrij te worden en te blijven.
Zo’n 5.500 melkveehouders (31 procent) zijn IBR-vrij gecertificeerd, 3.800 melkveehouders (22 procent) hebben de status IBR Tankmelk Onverdacht. Vooral de interesse voor de Onverdacht-status is de laatste maanden flink gestegen. Deze status kan al verkregen worden na één gunstige tankmelkuitslag.
Twee derde van de melkveebedrijven met een onbekende IBR-status blijkt na onderzoek een gunstige tankmelkuitslag voor IBR te hebben. Deze melkveehouders kunnen dus eenvoudig deelnemen aan IBR Tankmelk Onverdacht, een GD-abonnement waarmee de tankmelk maandelijks automatisch wordt onderzocht op IBR-antistoffen. Na twee jaar kunnen melkveehouders dan via een vereenvoudigde, voordelige route, IBR-vrij worden gecertificeerd.
Melkveehouders worden dit jaar extra gestimuleerd om IBR en ook BVD vrij te worden. Van de 30 miljoen euro die de Nederlandse overheid gekregen heeft als steunpakket voor de varkens- en melkveehouderij gaat 3 miljoen euro gespendeerd worden aan bijdragen in de kosten voor het bestrijden van deze twee runderziekten. Wanneer het melkvee gezond is, kan ook het antibioticumgebruik in de vleeskalverhouderij verder omlaag.
In de omgeving van het Noord-Brabantse Asten is eind februari 2016 een uitbraak van IBR geconstateerd bij vijf bedrijven. Koorts, verminderde eetlust en een lagere melkgift zijn de eerste signalen. Na infectie blijven de koeien drager. Het virus trekt zich terug via de zenuwen naar zenuwknopen en gaat daar in ruste om later weer de kop op te steken. Een eenmaal besmet bedrijf blijft zo besmet. Met vaccinatie is de ziekte uit te roeien. In 2017 start in de Nederlandse melkveehouderij een verplichte bestrijding.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland