Column: aan de andere kant
Andere tijden, andere zeden betekent; als er een andere tijd aanbreekt, veranderen ook opvattingen en gewoonten. Nu er voor mij andere tijden zijn aangebroken, denk ik af en toe best eens aan dit gezegde. Afgelopen voorjaar verruilde wij onze Veluwse kalverhouderij voor een melkveehouderij in Friesland. Half maart arriveerde onze 160 koppige roodbonte veestapel en het duurde niet lang voor de eerste geboortes zich aandienden.
De uitdaging van een nieuw bedrijf is in ons geval hetzelfde als op vakantie gaan; de voorpret is geweldig, maar als het zover is, loop je toch weer tegen dingetjes aan. Eerst maar even de voorpret. Avonden hebben mijn man en ik samen gezeten om ons nieuwe bedrijf in te richten: looplijnen, protocollen, werkwijzen. Alles passeerde de keukentafel. Wat is dat leuk om samen te doen. Het geeft zoveel energie.
Eenmaal aan de slag ons nieuwe bedrijf, in een nieuwe omgeving, met een nieuwe tak van sport, blijkt dat je die energie ook echt nodig hebt om jezelf het bedrijf eigen te maken. Intussen puilt ook de to do-lijst uit. Door de alsmaar groeiende lijst met klussen, raken onze zorgvuldig gemaakte protocollen verloren in de waan van de dag. Een sanitaire leegstand van kalverhokjes komt wel weer als de piek in kalvergeboortes voorbij is. En vóórdat ik het kalf op dag van collecteren wat extra water kan voeren, heeft de handelaar deze al meegenomen… De praktijk loopt net even anders dan we bedacht hadden.
Andere tijden andere zeden geldt zeker voor mij: de kalverhoudster die voorheen haar nuchtere kalveren graag op een presenteerblaadje ontving. Nu sta ik aan de andere kant en wil ik mijn kalveren op een presenteerblaadje aanbieden. Dat zorgt in ieder geval voor veel keuzestress: welke melkpoeder zet ik in, ga ik voor een kalverbrok of een ruwvoermengsel, hoe vaak geef ik een kalf biest, welke middelen zet ik in tegen diarree? Want de middelen die ik kende vanuit de kalverhouderij zijn niet allemaal gangbaar in de melkveehouderij en andersom.
Of ik nu weet hoe het moet? Dat zul je mij niet horen zeggen. We geven de kalveren wel zo snel mogelijk 4 liter biest. Als het met de speen niet lukt, dan gebruiken we de sonde. Daarnaast ontsmetten we standaard de navel van het pasgeboren kalf. Want navelontsteking kwamen wij voorheen vaak tegen bij aankomst van een kalf op ons kalverbedrijf. Als we de oornummers in doen bij het kalf, krijgen ze een spuitje ijzer. Dit zorgt voor fitte kalveren, weten wij vanuit onze ervaring uit de kalverhouderij.
Ook geven we de jonge kalveren vanaf dag twee ruwvoer: een mix met gehakseld stro, brokjes en wat snoepsiroop voor de smakelijkheid. Dit komt het beste overeen met het rantsoen bij de kalverhouder. Of een melkveehouder wel of geen ruwvoer geeft aan zijn kalveren, merkt een kalverhouder meteen. Door het voer af te stemmen op wat de kalveren later op het kalverbedrijf krijgen, verloopt de overgang een stuk makkelijker.
Het liefst plak ik ook nog op elk kalf een ‘post-it’ met daarop de bijzonderheden qua gezondheid en opname. Daar zou de kalverhouder echt bij gebaat zijn. Maar ja, zover zijn we als melkveehouderij en kalverhouderij nog niet. De uitdaging is aan de keten om dit te organiseren zodat we over en weer data kunnen uitwisselen. AVG-regels bemoeilijken dit nu nog. Ik hoop oprecht dat hier binnen enkele jaren verandering in komt. Want kennisuitwisseling tussen melkvee- en kalverhouderij is hard nodig om stappen vooruit te maken.
Henriëtte Rozendaal
Melkveehoudster en kennismakelaar Kalverhouderij
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland