Slechtere+gezondheid+oudere+Duitse+kalveren
Nieuws

Slechtere gezondheid oudere Duitse kalveren

Oudere Duitse kalveren hebben meer gezondheidsproblemen dan jongere. Dierenarts Matthias Klasen legt uit wat de oorzaak is en wat kalverhouders hieraan kunnen doen: "Suiker en eiwit in het rantsoen van jonge kalveren zijn belangrijker dan zetmeel."

Klasen is mede-eigenaar van dierenartsenpraktijk Tepferd in Raesfeld (DE). De acht dierenartsen begeleiden in Münsterland hoofdzakelijk melkvee- en kalverbedrijven, waaronder veel starterbedrijven met Fleckvie uit het zuiden van het land. In Duitsland geldt al sinds januari 2023 een verplichting om kalveren minimaal 28 dagen op het melkveebedrijf te houden. Deze verandering gaat niet zonder slag of stoot want ondanks de hogere leeftijd van de kalveren, nemen de gezondheidsproblemen op de kalverbedrijven niet af, maar toe. Niet alleen Duitse kalverhouders herkennen dit, ook in Nederland vragen de oudere Duitse kalveren extra zorg.

Immuniteitsdip kalveren groter
Een belangrijke oorzaak moet gezocht worden in de immuniteitsdip van de kalveren. De afweer die de dieren via de biest meekrijgen, houdt slechts ongeveer 21 dagen stand. Daarna ontstaat een kwetsbare periode waarin de weerstand op een dieptepunt ligt. Juist in die fase komen kalveren tegenwoordig aan op de kalverhouderij, terwijl ze vroeger al op veertien dagen werden verplaatst, en eventuele vaccinaties nog vóór de immuniteitsdip konden worden toegediend. Door de nieuwe regelgeving arriveren kalveren nu midden in deze gevoelige fase en reageren ze merkbaar sterker op veranderingen in management en rantsoen. Ze zijn vatbaarder voor diarree, longontsteking en andere stressfactoren en groeien de eerste dagen op het kalverbedrijf niet. Ook het toedienen van vaccinaties, als ze enkele dagen op het kalverbedrijf zijn, is voor deze oudere kalveren een grotere belasting dan wanneer deze handeling op jongere leeftijd gebeurt.

‘Leaky gut’ verlaagt weerstand
80 procent van de weerstand van een kalf tegen ziekten komt vanuit de darm, stelt Klasen. Wanneer de weerstand laag is, krijgen onder andere colibacteriën in de darm de kans zich snel te vermenigvuldigen. Bij het afsterven van deze bacteriën komen gifstoffen vrij die de verbindingen tussen de darmcellen aantasten. Hierdoor ontstaat het leaky gut-syndrome, ofwel het lekkende darm-syndroom. De darmwand wordt hierbij doorlaatbaar en ziekteverwekkers (waaronder colibacteriën) en gifstoffen kunnen rechtstreeks in de bloedbaan terechtkomen. Dat leidt tot ernstig zieke dieren en vormt een groot gezondheidsrisico voor kalveren die juist een sterke basis voor weerstand en groei zouden moeten opbouwen.

Zetmeel negatief, suiker positief
Om de weerstand te ondersteunen is het belangrijk dat kalveren vast voer krijgen met relatief veel suiker en minder zetmeel, gecombineerd met maximaal veertien procent ruw eiwit. Een te hoog eiwitgehalte verhoogt de kans op diarree. Suikers uit bijvoorbeeld melasse of perspulp belasten het immuunsysteem beperkt ten opzichte van zetmeel. Daardoor blijft er meer energie over voor het immuunsysteem. Want als E. coli’s groeien op zetmeel, ontstaan lipopolisachariden (LPS). Dit tast de beschermende slijmlaag van de darmwand aan en de darmwand wordt beschadigd, waardoor het immuunsysteem veel meer wordt belast en de kans op zieke toeneemt. Zetmeel is daarom minder geschikt in een rantsoen voor jonge kalveren.
Denken vanuit suiker in plaats van zetmeel, sluit ook aan bij processen die in de natuur plaatsvinden, stelt Klasen. In het voorjaar, wanneer koeien afkalven, bevat gras van nature namelijk eiwit en veel suiker, die beide bijdragen aan een sterke start.

Praktijktest suikerrijk rantsoen
Dierenartsenpraktijk Tepferd ontwikkelde een TMR-rantsoen voor vleeskalveren op basis van maismeel, sojameel, gemalen gerst, suiker (melasse/perspulp), gerstestro en mineralen, met een ruw eiwitgehalte van maximaal veertien procent. De resultaten waren duidelijk: het aantal gevallen van crypto daalde, het aantal koppelkuren per ronde halveerde van standaard drie tot vier naar overwegend één tot twee. De daggroei steeg daarbij van 950 á 1.150 gram naar 1.150 á 1.250 gram per dier (van dag 28 tot en met dag 110). Klasen: “Deze cijfers laten zien dat rantsoenkeuze direct invloed heeft op gezondheid en groei.”

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    2° / -5°
    10 %
  • Zaterdag
    4° / -2°
    10 %
  • Zondag
    3° / -1°
    10 %
Meer weer