E%C3%A9n+op+vijf+kalveren+heeft+aangetaste+longen+bij+aankomst
Nieuws

Eén op vijf kalveren heeft aangetaste longen bij aankomst

Onderzoek van de Universiteit Gent toont aan dat één op de vijf kalveren bij aankomst op het kalverbedrijf aangetaste longen heeft. Mycoplasma bovis is één van de boosdoeners. Snel en adequaat handelen kan veel gevolgschade voorkomen. Een longecho geeft daarbij vroegtijdig inzicht.

Het onderzoek van Universiteit Gent richt zich niet alleen op de kalverhouderij. Ook de melk- en vleesveehouderij krijgen volop aandacht omdat daar de bron ligt van de mycoplasmabesmettingen. Het vierjarig onderzoeksproject heeft de naam MycoSTOP gekregen en heeft als doel om met een optimale diagnostiek ziekteverschijnselen te voorkomen, maar ook om meer controle te krijgen op de verspreiding van de bacterie Mycoplasma bovis. Als het aan onderzoeker Stan Jourquin ligt, wordt gedurende de onderzoeksperiode ook bekeken of geïnfecteerde bedrijven vrij kunnen worden van deze ziekteverwekker en of betrouwbaar een bedrijfsstatus bepaald kan worden.

Makkelijk zal dat niet gaan, beseft hij zich. Mycoplasma is een superklein zichzelf vermenigvuldigend organisme. Het heeft geen celwand, spreidt zich door het hele lichaam van zowel koeien als kalveren en is vaak moeilijk aan te pakken door antibiotica. Bij kalveren kan de bacterie acute longontsteking veroorzaken. Symptomen zijn hoesten, hoge koorts (>40°C) en benauwde kalveren, maar ook sluimerende chronische luchtweginfecties komen veelvuldig voor. Verder zijn dikke gewrichten en scheve koppen (middenoorontsteking) vaak typische verschijnselen. Bij melkkoeien openbaart mycoplasma zich vooral via uierontsteking. Uit Belgisch tankmelkonderzoek blijkt dat op 31,8 procent van de bedrijven sporen van contact met de bacterie teruggevonden worden.

Verspreiding via direct contact
De bacterie verspreidt zich door het hele lichaam en wordt overgedragen via direct contact. Dat kan via neus-neus-contact met de moederkoe of via neus-neus-contact met andere koeien en kalveren. Ook via het drinken van rauwe koemelk kan een kalf de bacterie binnenkrijgen. Indirecte verspreiding - bijvoorbeeld via de lucht - kan ook, maar gebeurt niet verder dan over een afstand van 2 meter. Pas veertien dagen na de initiële infectie maken kalveren antilichamen aan tegen de bacterie. Intussen kan Mycoplasma bovis wel al de longen van het jonge kalf aantasten.
De onderzoekers van Universiteit Gent hebben op drie vleeskalverbedrijven met in totaal 1090 dieren de longen van de binnenkomende kalveren onderzocht via longechografie. Hiermee kan de structuur van het longweefsel in beeld worden gebracht. De resultaten waren behoorlijk schokkend. Eén op de vijf kalveren (15-20%) bleek bij aankomst al over beschadigd longweefsel te beschikken, terwijl er klinisch nog geen ziektebeeld waargenomen werd. Jourquin: “Wanneer de ziekte zich klinisch openbaart, is het eigenlijk al te laat en heeft de mycoplasma al veel schade aangericht.”

Gevolgschade voorkomen
Elke kalverhouder koopt de bacterie als het ware aan via de aanvoer van kalveren. Het scannen van de longen van alle kalveren via echografie, lijkt op het eerste oog niet de meest praktische methode. Toch kan het wel veel gevolgschade voorkomen omdat hiermee gemiddeld tien dagen eerder dan met een fysieke waarneming de ziekte wordt aangetoond. De echo’s tonen aan dat één week na binnenkomst 35 tot 40 procent van de dieren een longontsteking heeft ontwikkeld en dat slechts 15 procent klinisch - met het oog - wordt gedetecteerd. Over de eerste twaalf weken bleef 69 procent van de longontstekingen subklinisch, en kon dus niet met het blote oog worden waargenomen. Jourquin: “Voor elk kalf met klinische pneumonie zijn er drie kalveren waar geen duidelijke tekenen van de ziekte zichtbaar zijn.”
Het groeiverlies bij een longaandoening is gemiddeld 90 tot 111 gram per kalf per dag. Ook de vetbedekking en vleeskleur aan het einde van de ronde vallen tegen als kalveren longschade hebben opgelopen. Het tijdig en effectief behandelen van kalveren is daarom essentieel om productieverlies tegen te gaan. Wel moet hiervoor de juiste antibiotica gekozen worden en moet de kuur afgestemd worden op de dieren. Daarbij moeten kalverhouders rekening houden met de dosering per kalf. Zieke kalveren drinken vaak minder waardoor bij orale toediening via de automatische melkinstallatie een ziek kalf niet altijd genoeg antibiotica binnenkrijgt.

Geen garantie op succes
Toch is een adequate behandeling geen garantie voor honderd procent succes. De helft van de dieren geneest volledig als ze tijdig en goed zijn behandeld. Bij de andere helft blijft toch nog longschade zichtbaar. Jourquin wijt dit onder andere aan menginfecties met andere virussen zoals pinkengriep (BRSV) en para-influenza (PI3) en bacteriën zoals Mannheimia Heamolitica en Pasteurella Multocida, maar ook de conditie van de kalveren speelt een cruciale rol. Factoren zoals laag gewicht, biesttekort, ondervoeding en stress maken de dieren meer vatbaar voor allerhande ziektes. Vaccinaties kunnen helpen om bepaalde ziektekiemen te verminderen waardoor de weerstand tegen Mycoplasma bovis hoger blijft. Jourquin: “Binnen dit onderzoek blijven we zoeken naar manieren om het percentage volledig herstelde dieren hoger dan 50 procent te krijgen.”

Lees het volledige artikel in De Kalverhouder die zaterdag 8 februari 2024 verschenen is.

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    3° / -2°
    10 %
  • Zaterdag
    4° / -3°
    10 %
  • Zondag
    4° / -3°
    10 %
Meer weer