Minder zieke dieren na blauwtongvaccinatie

Ondanks de beschikbaarheid van vaccins tegen blauwtong zijn in 2024 veel rundveebedrijven besmet geraakt met het blauwtongvirus type 3 (BTV-3). Dit leidde tot zieke dieren en een stijging in sterfte. Bij melkvee en jonge kalveren was de impact het grootst. Op rundveebedrijven waren de gevolgen minder ernstig.

Verschil met niet-gevaccineerd
Daarnaast was er een duidelijk verschil tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde bedrijven. De sterfte onder volwassen melkkoeien was nog steeds licht verhoogd op gevaccineerde bedrijven, maar onder het jongvee werd op deze bedrijven geen significant verhoogde sterfte meer waargenomen ten opzichte van de jaren 2020 tot en met 2022 zonder blauwtong.
Verder blijkt uit het onderzoek dat boeren met veel antistoffen in de tankmelk, die hun dieren hebben laten vaccineren, geen hogere sterfte hadden ten opzichte van de periode waarin BTV-3 nog niet speelde (2020-2022). Dit benadrukt het beschermende effect van antistoffen na infectie in combinatie met vaccinatie. Met een hoge immuniteit in de populatie - door een combinatie van natuurlijke immuniteit na een doorgemaakte infectie en een correct en tijdig uitgevoerde vaccinatie - wordt verwacht dat de sterfte door BTV-3 verder zal afnemen.

Meer schapen dood dan in 2023
Bij schapen en geiten lag het aantal met BTV-3 geïnfecteerde bedrijven in 2024 hoger dan in 2023. Daarnaast heeft in 2024 ook de rode lebmaagwormziekte voor sterfte in de schapenhouderij gezorgd. Op basis van de uitgevoerde analyses kan niet vastgesteld worden wat de oorzaak van de sterfte is geweest. In vergelijking met de jaren 2020-2022 steeg het aantal dode schapen tot en met halverwege oktober 2024 met ruim 65.000 en het aantal dode geiten met ruim 5.000. De schapenpopulatie daalde met twintig procent. De rol van vaccinatie in relatie tot de impact op schapenbedrijven wordt nog verder onderzocht.