Boerenorganisaties ergeren zich aan WUR-visie
Negen boerenorganisaties, waaronder VVK, hebben in een open brief hun ongenoegen laten horen over het Wageningse rapport 'WUR-perspectieven op landbouw, voedsel en natuur'.
De belangrijkste aanbeveling in het rapport is om de maatschappelijke en politieke dialoog over de toekomst van de landbouw veel nadrukkelijker te plaatsen in een langetermijnperspectief, waarbij een antwoord wordt gegeven hoe landbouw, natuur en ons voedselsysteem kunnen bijdragen aan de grote uitdagingen van de komende decennia.
De organisaties vinden het vreemd dat de landbouw zelf niet is betrokken bij deze beleidshandreiking, terwijl de praktijk en wereldeconomie vele malen complexer zijn dan wanneer je deze bekijkt vanuit een beperkt aantal Wageningse disciplines. Praktijkkennis ontbreekt, bijvoorbeeld over (internationale) marktwerking, vinden de organisaties. Er is geen enkele verwijzing naar het negatieve effect van de huidige vrijhandelspolitiek op de verduurzaming en op het boereninkomen.
Daarnaast missen de partijen het dilemma van een behoorlijk boereninkomen én het dilemma of we boeren willen houden in Nederland en hoe we er dan voor zorgen dat mensen nog boer willen worden met het negatieve sentiment en de lage inkomens. Willen we schaalvergroting of juist familiebedrijven behouden? 'Zo zijn er nog wel meer voorbeelden van omissies te geven', aldus de organisaties.
Wat ook opvalt is dat er gekozen is voor een wetenschappelijke benadering en dat praktijkonderzoek en praktijkwetenschap nauwelijks een rol krijgt in het rapport. Deze trend komt volgens de organisaties op andere dossiers ook steeds vaker voor. De kloof tussen wetenschap en de praktijk wordt daarmee steeds groter.
In het rapport is bovendien gekozen voor het deponeren van uitgangspunten die niet onderbouwd worden en als populistisch overkomen. Een voorbeeld is volgens de organisaties de zinsnede: ‘Actieve sturing naar een meer plantaardig, gezonder en minder vervuilend dieet is noodzakelijk’.
De negen partijen vinden dat 'Wageningen' veel te veel meegaat in de rol, die de politiek van haar vraagt, wetende dat 'Den Haag' juist de grootste financier is van het onderzoek in Wageningen. Het valt de organisaties al langer op dat beleidsmakers de wetenschap gebruiken voor de onderbouwing van hun beleid. Beleidsmakers vragen om een specifiek onderzoeksrapport bij de wetenschap, en verschuilen zich er vervolgens achter: “De wetenschap heeft gesproken”.
Wetenschappers hebben een positie gekregen binnen de politieke besluitvorming, waarbij de praktijk te gemakkelijk over het hoofd wordt gezien, staat te lezen in de brief. Dit leidt tot theoretisch beleid dat in de praktijk slecht uitvoerbaar is. Het gevolg: geen draagvlak bij partijen die het moeten uitvoeren en veel weerstand. Voorbeelden zijn kalenderlandbouw en generieke bufferstroken.
De negen boerenorganisaties zijn Agractie, VVK, Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), Vee en Logistiek Nederland (VLN), Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), Koninklijke Nederlandse Slagers (KNS), Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV).
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland