‘De vraag is in welke mate je risico’s wilt afdekken’
Aan ervaring met keuren en certificeren ontbreekt het niet bij de nieuwe SKV directeur Jan Meijer (61), die sinds 1 januari 2023 in dienst is. Hij vindt dat zijn organisatie gedegen en efficiënt werkt, al is er altijd ruimte voor verbetering: “De vraag is steeds in welke mate wil je welke risico’s afgedekt hebben.”
Hoe bent u bij SKV in beeld gekomen voor de functie van directeur?
“Dat is niet helemaal verwonderlijk. Van van der Weg was directeur bij SKV. Hij heeft mij gepolst. Ik ken hem vanuit mijn functie als hoofdinspecteur Veterinair & Import bij de NVWA. In die functie was ik verantwoordelijk voor het toezicht op slachthuizen. We werkten daarbij samen met KDS, de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector, waarvan Van van der Weg ook directeur was.”
Hoe kijkt u vanuit uw keuringservaring naar SKV?
“De kern van het werk bij SKV is monitoren. Dat begon in de jaren negentig met groeihormonen. Later is dit uitgebreid met antibiotica en kritische stoffen. Daar is nu vachthygiëne bijgekomen. Je ziet dat de NVWA en SKV als het ware communicerende vaten zijn. Als de NVWA kritisch kijkt naar bepaalde zaken, dan gaan wij dat in ons kwaliteitssysteem regelen. Het kwaliteitssysteem moet ook zo gedegen zijn, dat we in de houderij en slachterij zelf zaken afvangen. Want als de NVWA het constateert ben je te laat. Voordat ik deze functie aanvaardde heb ik uitgebreid getoetst hoe deugdelijk het kwaliteitssysteem werkt. Als ik me verbind aan SKV, moet dat volledig in orde zijn. En ik kan zeggen dat dat zo is.”
Bij de opzet van SKV in 1990 was het ook de bedoeling dat het kalfsvlees onder een SKV-label verkocht zou worden en dat het kalfsvlees meer zou opbrengen dan niet-gelabeld kalfsvlees. Daar is weinig van terechtgekomen.
“Er is altijd hoop dat je meer krijgt voor kalfsvlees met een label. De vraag die nú geldt is echter: kun je aan je afzetpartijen blijven leveren als je niet zo’n kwaliteitssysteem hebt? Buitenlandse supermarkten toetsen hoe zaken geborgd zijn. Daarbij spelen het kwaliteitssysteem van SKV en de regeling Vitaal Kalf een belangrijke rol. Een enkele supermarkt voert zelf audits uit naar ons kwaliteitssysteem. Ze beoordelen hier op kantoor hoe het systeem in elkaar zit, maar kijken ook in de praktijk. Zelfs in de exportvoorwaarden met China staat beschreven dat het kalfsvlees SKV-gecertificeerd moet zijn. 90 procent van het kalfsvlees is voor buiten Nederland. Als we ons kwaliteitssysteem niet op orde hebben, kunnen we niet leveren. Niet alleen diegene die levert is zijn handel kwijt. Ook alle andere partijen. SKV is dus geen verkoopargument meer, maar een license to produce.”
Kalverhouders vinden dat de controles alleen maar toenemen. Het is een hele administratie aan het worden.
“Je kunt je daarvan afkeren, maar de vraag is hoe realistisch dat is. Neem de antibioticareductie. De kalversector zit daarin nog steeds hoog in vergelijking met andere sectoren. Dat is een gevoelig punt waarop je moet doorwerken. Ook onbewust kunnen er zaken in het vlees komen die er eigenlijk niet horen. Vanuit het pluimvee kennen we de fipronil-affaire. In 2021 hebben we in enkele kalveren de stof diazinon aangetroffen. Dat zit in een middel tegen maden bij schapen. Zo’n stof kan onbedoeld op een bedrijf van het ene onderdeel bij het andere terechtkomen. We constateren het niet alleen, maar helpen ook bij het uitzoeken hoe het kan gebeuren, zodat het voorkomen kan worden. We doen alles om het kalfsvlees van onbesproken gedrag te laten zijn. Afnemers moeten ons niet geloven op de blauwe ogen maar op een goed gesloten systeem.”
Een ander punt zijn de kosten. Rosékalverhouders betalen 4,52 euro per kalf en houders van blankvleeskalveren 3,86 euro per kalf. Waar zit dat verschil in?
“We komen voor meerdere zaken op een bedrijf. Per ronde doen we de visuele eindcontrole en de certificering van een koppel. Daarnaast controleren we eenmaal per jaar het complete bedrijf in het kader van Vitaal Kalf. Daarbij kijken we naar de plaagdierbestrijding, voer- en medicijnopslag enzovoort. De visuele eindcontrole en certificering zijn controles per koppel. Aangezien de koppels bij rosés kleiner zijn, tikken de kosten per kalf harder door. Een ander voorbeeld is het nemen van urinemonsters. Bij een koppel nemen we er minimaal vier en maximaal acht, afhankelijk van de grootte van een koppel. Voor zeventig rosékalveren betekent dit vier monsters. Voor achthonderd blanke kalveren zijn het acht monsters. Voor de voorrijdkosten en de voorbereidingen geldt hetzelfde: per bezoek zijn deze hetzelfde, maar per kalf tikt het gemiddeld harder door bij rosékalveren.
4,5 euro per kalf blijft veel als je het vergelijkt met IKB Rund. Dat kost amper 50 cent per dier.
“We hebben een gedegen controlesysteem met een brede scope. IKB Rund dekt alleen zaken af die gaan over verantwoord antibioticagebruik. Brancheorganisatie SBK is de houder van de kwaliteitsregeling Vitaal Kalf. SKV is de controlerende instantie. De partijen die bij SBK aan tafel zitten, bepalen waarop SKV controleert. Kalverhouders hebben via hun bestuurders van LTO Nederland en VVK rechtstreeks invloed daarop. Wij voeren het alleen uit. SKV heeft een jaarlijkse omzet van 6,5 miljoen euro met afdracht voor classificatie. Een derde daarvan bestaat uit laboratoriumkosten. We nemen jaarlijks 20.000 monsters. Bij IKB Rund worden geen monsters genomen en geanalyseerd. Als SBK vindt dat er dat minder moeten zijn, dan kan het bestuur dat besluiten. IKB Rund kan goedkoper zijn, maar is ook veel beperkter van opzet. Neem GTSKV. Voordat de dieren in het buitenland op transport gaan, weten wij welke dieren er komen. We hoeven niet te wachten tot de dieren in Nederland gelost worden en hun gegevens in ons systeem staan. Dat is handig, bijvoorbeeld bij het voorkomen en traceren van dierziekten. IKB Rund heeft dat niet.”
Het is een soort verzekering?
“Ja, je maakt met elkaar een risico-inschatting en wat dat mag kosten. Kennelijk zijn er nog voldoende partijen in de sector die er belang aan hechten dat we dat op deze manier doen. De vraag is steeds in welke mate wil je welke risico’s afgedekt hebben.”
U weet ook dat er afgelopen jaren enkele grote rosékalverhouders zijn gestopt met SKV. Wat vindt u hiervan?
“Het is hun keuze waarbij je je moet afvragen wat het individuele belang en wat het sectorbelang is. Iedere kalverhouder, ook degene die niet is aangesloten bij een controle-instantie, heeft vanaf 2015 de wettelijke plicht om te voldoen aan de voorwaarden van zelfcontrole. Dit is vastgelegd in artikel 3.7 van de Regeling houders van dieren. Een onafhankelijke organisatie moet deze bedrijven periodiek en onaangekondigd bezoeken voor monstername op residuen van diergeneesmiddelen en verboden stoffen. De monsters moeten geanalyseerd worden door onafhankelijke en geaccrediteerde laboratoria. Om vast te stellen of het om een onafhankelijk en wetenschappelijk gevalideerd programma gaat, moet een toetsing door een onafhankelijke wetenschappelijke commissie plaatsvinden. Ik vraag me af door wie zij monsters laten nemen en waar en waarop deze onderzocht worden. Er zijn maar enkele laboratoria in Nederland die deze onderzoeken überhaupt kunnen doen. Ik ken deze, en weet wat de kosten zijn. Ik vraag me af hoe deze kalverhouders dit organiseren zodat ze voldoen aan de wettelijke verplichting en welke kosten daar aan verbonden zijn. Als je dit op de goede manier zelf doet, is het knap als je dat goedkoper kunt dan dat wij dat kunnen.”
Een ander kritisch geluid dat ik hoor onder kalverhouders betreft de steekproeven. Controleurs komen soms langs om alleen de voerbonnen te controleren. Kan dat niet op een andere manier geregeld worden?
“We doen inderdaad steekproeven, maar dat onze controleurs alleen langs komen om voerbonnen te controleren? We verzinnen niet iets om mensen aan het werk te houden. Dat bestrijd ik.”
Werkt SKV efficiënt in uw ogen?
“We hebben een kleine 25 fte, inhuur meegeteld. De helft is binnendienst en de helft is buitendienst. In de binnendienst vindt afstemming met het laboratorium plaats, we hebben twee medewerkers achter de telefoon zitten voor vragen, we hebben een dierenarts en ict’ers in dienst. In de buitendienst werken twaalf controleurs, verdeeld over het land in verband met aanrijdtijden. Ik zie niet hoe we daar op kunnen besparen. Als een controleur met pensioen gaat of anderszins weggaat, moet die opgevolgd worden.”
En als de sector krimpt? Welke gevolgen heeft dat voor SKV?
“Dat is een serieus vraagstuk. We weten niet of en wanneer dat optreedt en in welke mate. Nu werken we ook al met een flexibele schil van controleurs. Dus daarin kunnen we wat schuiven. Maar dit onderwerp staat zeker op de agenda en wordt meegenomen in de gesprekken die we voeren met SBK.”
CV Jan Meijer
2023 Directeur SKV 2020-2022 Directeur Operaties Douane Nederland 2007-2020 Verschillende functies bij de NVWA, waaronder hoofdinspecteur veterinair & import en directeur Keuren 2004-2007 Hoofd communicatie Inspectie Verkeer en Waterstaat 1999-2004 Rijksvoorlichtingsdienst 1996-1999 Hoofd communicatie Politie Rotterdam-Rijnmond |
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland