Gezond houden Duitse kalveren niet vanzelfsprekend

Dierenartsen en voeradviseurs zoeken naar strategieën om meer grip te krijgen op de fysieke gesteldheid van de oudere Duitse kalveren. Kalverdierenarts Willem-Jan Last van DAP VUG heeft intussen ruim ervaring en ziet duidelijke trends. Hij merkt dat oudere kalveren meer ongemak overhouden van het transport dan jonge kalveren. “Ik weet niet precies wat het is, maar het lijkt of de oudere kalveren meer op het melkveebedrijf gesetteld zijn en dat een overgang voor hen stressvoller is. Laatst zag ik darmbloedingen bij pas-getransporteerde Duitse kalveren. Dat zie je eigenlijk niet bij jonge kalveren, transport overkomt hen min of meer. Op oudere kalveren heeft het transport een grotere invloed.”

Ook Harjo van den Berg, adviseur vleeskalveren bij Gebr. Fuite Mengvoeders, ervaart dat kalveren van vier weken oud sterker aan hun gewoontes gehecht zijn dan een kalf van veertien dagen oud. "De dieren worden een beetje autistisch naarmate ze ouder worden. Dat betekent dat de verplaatsing waarschijnlijk meer invloed heeft. Het kalf is zwaarder maar laat het ook moeilijker zien als het niet fit is.” Naarmate de mestduur vordert, tonen de kalveren zich wel sterker, vindt Van den Berg.

Daarnaast is het voeren van de Duitse kalveren bij aankomst een discussiepunt. Last: “Ze zijn ouder waardoor je verwacht dat ze steviger doorgevoerd kunnen worden. Ons advies is echter om ze te behandelen als kalveren van veertien dagen oud. Dus opvangen op elektrolyten en starten met een kleine portie melk. Vanaf de zesde, zevende voeding kun je de hoeveelheid opvoeren.” Bovendien is de ruwvoeropname een dingetje, merkt hij. Sommige dieren hebben nog geen ruwvoer gehad, andere wel. Vanaf dag 1 ruwvoer bijgeven, werkt over het algemeen goed.

Dierenarts Maarten Verstraeten vindt dat er in het voermanagement nog veel te winnen is: “Iedereen is nog zoekende: welk melkschema past het beste en welk voerschema hoort daarbij.” Daarom treden er meer voedingsstoornissen en borstbuikvliesontstekingen op die verholpen moeten worden. De dierenarts van DAP Thewi denkt echter dat het een kwestie van tijd is voordat de situatie stabiliseert en kalverhouders en voeradviseurs weten hoe ze hiermee om moeten gaan.

Wel ziet Verstraeten dat Duitse kalveren eerder dan voorheen last krijgen van longontsteking. “Het treedt vrijwel direct na binnenkomst op. Vaak herhaalt zich dat twee weken later in iets mindere mate.” Naar de oorzaak moet hij gissen. “Het zou met de ‘immunity gap’ te maken kunnen hebben.” Dit is het gebrek aan weerstand op het moment dat kalveren ongeveer drie weken oud zijn. De antistoffen die kalveren van de moederkoe meekrijgen, nemen dan sterk af, terwijl de eigen immuniteit langzaam opbouwt. Snel na binnenkomst kalveren behandelen is volgens Verstraeten gewenst: “Het voordeel is dat de dieren zwaarder zijn. Ze knappen sneller op waardoor je op latere leeftijd minder slijters hebt.”

Ook Last is voorstander van snel ingrijpen: “Je zou verwachten dat de eigen immuniteit van oudere kalveren beter is. Maar aankijken en met aspirinepoeder proberen longaandoeningen vóór te blijven werkt niet: wacht niet af met het behandelen van kalveren.”