Emissiereducerend stalsysteem geschikt maken voor praktijk
Met zijn idee om kalvermest op te vangen in ammoniakarme vloeistof, won Bennie Ottink het Beste Idee van 2022. Intussen wil hij met praktijkonderzoek een rekenmethode ontwikkelen waarmee het stalsysteem voldoet aan doelvoorschriften.
Het stalsysteem van Ottink gaat uit van een laag ammoniakarme vloeistof in de mestkelder. Deze vloeistof kan een bepaalde mate ammonium opnemen, zonder dat het als ammoniak vrijkomt in de lucht. Pas als de concentratie mest in het water te hoog wordt, ontstaat ammoniak. Op dat moment wordt de mestkelder leeggespoeld door een stop uit de keldervloer te halen waarna het water met de mest vanzelf wegstroomt naar een afgesloten kelder. De mest wordt op het bedrijf van Ottink verder verwerkt tot een dikke fractie en loosbaar (ammoniakarm water). Een deel van dit water wordt weer in de mestkelder gebracht waarna de cyclus opnieuw begint.
Ottink heeft voor het scheidingsproces een mestverwerkingsinstallatie op zijn bedrijf. Simpeler kan het ook door mest over een zeefbocht te laten stromen die dikke fractie en dunne fractie scheidt. Vervolgens kan de dunne fractie belucht worden in een beluchtingssilo. Ammoniak wordt omgezet naar nitraat, en methaan en vluchtige vetzuren worden afgebroken. Deze geurloze vloeistof kan gebruikt worden om in de mestkelder te zetten. Een andere manier om deze techniek toe te passen is samenwerken met een mestverwerker die mest ophaalt en ammoniakarme vloeistof teruglevert, bijvoorbeeld via SMG.
De borging van stalsystemen blijft echter een heikel punt. Het is de vraag of een erkenning op de RAV-lijst voor voldoende zekerheid zorgt. De juridische procedures rondom de emissiearme stalvloeren bij melkkoeien, laten zien dat een RAV-code niet altijd voldoende juridisch houdbaar is. Ottink wil toe naar een doelvoorschrift waarbij de veehouder zelf aan het roer staat om de ammoniakemissie op zijn bedrijf terug te brengen onder het gewenste niveau.
Via praktijkonderzoek wil Ottink een rekenmodel ontwikkelen dat rekening houdt met de concentratie van ammoniak en CO2. Wordt de ammoniakconcentratie te hoog (bijvoorbeeld boven de 12 ppm) dan moeten de mestkelders gespoeld worden. Een rekenmodel met een combinatie van beide stoffen (ammoniak en CO2) is daarbij nodig. Want wordt er veel geventileerd dan is de ammoniakconcentratie in de stal altijd laag. Door de spoelfrequentie te optimaliseren in combinatie met continumetingen van ammoniak en CO2, ontstaat er een helder rekenmodel dat aangeeft bij welke ammoniakconcentratie er gespoeld moet worden. Dit rekenmodel kan ook door andere kalverhouders toegepast worden zodat het systeem breed ingezet kan worden, zonder dure stalmetingen toe te passen.
Ottink wil het rekenmodel laten valideren door Wageningen UR. Door aan te tonen dat er met dit rekenmodel meer stikstof (in de vorm van ammonium) in de mest blijft, komt er minder ammoniak in de lucht. Het bewijs is hiermee dan geleverd dat het stalsysteem en het rekenmodel functioneren. Ottink beseft dat er nog een lange weg te gaan is voor het zover is, maar hij gelooft wel dat deze methode een goede stap voorwaarts is om emissiearme stalsystemen voor een brede groep kalverhouders beschikbaar te maken.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland