Rendac duurdere stop, lagere diertarieven
Door hogere transportkosten en minder veebedrijven stijgt bij Rendac het tarief per stop. De kosten per opgehaald dier dalen echter door hogere opbrengsten van diermeel en dierlijk vet.
Het ‘tarief per dier’ is opgebouwd uit drie onderdelen: de verwerkingskosten, de (verkoop)opbrengsten van eindproducten en de verrekening van de nacalculatie. De verwerkingskosten stijgen naar verwachting met 19 procent. Daar tegenover staat dat de verkoopopbrengsten van diermeel en dierlijk vet stijgen met 64 procent. Ook de nacalculatie over voorgaande jaren zorgt voor een daling van het tarief van 9 procent. Gemiddeld komt dit neer op een daling van het tarief per dier van 42 procent.
Het ‘tarief per stop’ betreft de kosten voor het ophalen van kadavers. De totale transportkosten zullen naar verwachting in 2023 stijgen met 9 procent ten opzichte van 2022. Hieraan liggen de gestegen brandstofkosten ten grondslag. De verwachting is ook dat de daling van het aantal stops zal doorzetten door verwachte beeindiging van het aantal veehouderijen. Beide ontwikkelingen leveren per saldo een stijging op van het ‘tarief per stop’ van gemiddeld 14 procent.
Het tarief voor een reguliere stop gaat van 24,82 euro naar 28,23 euro. Het tarief voor een geplande vatenstop gaat omhoog van 20,71 euro naar 24,12 euro.
Rendac is door het ministerie van LNV als enige partij aangewezen om in heel Nederland kadavers van landbouwhuisdieren op te halen en te verwerken. De destructietarieven die Rendac in rekening brengt, worden jaarlijks vastgesteld door de minister van LNV. Dat gebeurt nadat bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden met sectorvertegenwoordigers en nadat een onafhankelijke accountant en de Accountantsdienst Rijk de nacalculatie van Rendac hebben gecontroleerd.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland