Mesttekort dreigt vanaf 2030
Het overheidsbeleid zet in op krimp van de veehouderij om geuroverlast tegen te gaan, ammoniakemissie te beperken en de natuur te herstellen. Naast krimp van het aantal dieren leidt dit ook tot een daling van het areaal landbouwgrond. In 2030 zou er daardoor een tekort aan mest kunnen ontstaan, becijfert het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM).
De NCM komt tot deze conclusie na een analyse van een beleidsstudie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) waarin twee verschillende maatregelpakketten staan beschreven. In variant A is een integraal pakket gericht op stikstofreductie én op de extensivering van de landbouw rond Natura 2000-gebieden en in veenweidegebieden. Bij variant B is vooral gekeken naar stikstofreductie.
In variant A ligt het accent op de melkveesector die daalt met 1 miljoen dieren (40 procent ten opzichte van 2020). Daardoor is er ten opzichte van de structurele aanpak stikstof weinig aanvullend budget over voor krimp van de pluimvee- en varkensstapel. In variant B daalt de melkveehouderij ook met 1 miljoen dieren (ten opzichte van 2020) maar is ook een sterke daling van varkens (-6 miljoen dieren) en pluimvee (-57 miljoen dieren) te zien.
Bij variant A is het mestoverschot nagenoeg verdwenen: er blijft een klein fosfaatoverschot en er ontstaat een klein tekort aan stikstof uit dierlijke mest. In dit scenario wordt alle mest van de niet grondgebonden veehouderij verplicht verwerkt. Variant A stelt naast geld voor opkoop van veehouderijen ook 9 miljard euro beschikbaar voor het opkopen en afwaarderen van grond voor extensieve landbouw.
Voor dat bedrag kan bij de huidige grondprijzen ongeveer 280.000 hectare landbouwgrond worden opgekocht. Hierdoor wordt de plaatsingsruimte voor mest lager. In variant A blijven de nu geldende stikstof- en fosfaatgebruiksnormen, inclusief de derogatie, gehandhaafd. Een uitzondering vormen de genoemde extensiveringsgebieden, waar de mestgiften vanwege de pachtvoorwaarden naar verwachting zullen afnemen. Dit leidt tot een afname van de plaatsingsruimte.
In variant B ontstaat er op landelijk niveau voor zowel stikstof als fosfaat een groot nutriëntentekort voor de bemesting van de gewassen. Dit komt door een forse krimp van de melkvee-, varkens- en pluimveestapel. Het effect van aanscherping van stikstofgebruiksnormen en wegvallen van de derogatie is door het PBL nog niet meegerekend. In variant B worden alleen productierechten en opstallen opgekocht en geen landbouwgrond. Hierdoor blijft er in variant B ruim 270.000 hectare grond met een agrarische bestemming over, aldus het NCM.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland