Dierenbescherming wil wettelijke regels bij hitte

De transportsector heeft zelf regels opgesteld in een Nationaal Hitteplan. Deze regels voorkomen echter niet dat dieren ernstig lijden, vinden de organisaties. Nu is alleen in de wet vastgelegd dat er geen vervoer mag plaatsvinden boven de 35 graden Celsius. Uitgezonderd zijn vrachtwagens die voorzien zijn van airconditioning.

Omdat het hitteplan van de sector geen wettelijke basis heeft kan de NVWA alleen handhavend optreden tegen de 35 gradeneis. De dierenorganisaties eisen daarom dat er minimaal drie zaken wettelijk worden vastgelegd: een lagere belading, mechanische ventilatie en een maximale wachttijd voor de slachterij van een kwartier.

De organisaties constateren dat er de afgelopen jaren verbeteringen zijn doorgevoerd, waaronder overkappingen die schaduw bieden bij slachthuizen en het gebruik van grote mobiele ventilatoren. Ook wordt er met aangepaste werkroosters gewerkt om transport op de warmste uren van de dag te vermijden. Toch vinden ze deze maatregelen onvoldoende omdat er in hun ogen een tekort is aan losplekken en wachtruimten bij slachthuizen.

De twee partijen willen een staffel in de beladingsgraad: tien procent minder dieren op de wagen vanaf 21 graden Celsius, twintig procent minder vanaf 25 graden. Daarnaast moet mechanische ventilatie te allen tijde verplicht zijn vanaf 21 graden Celsius. Vanaf 30 graden zou vervoer alleen mogelijk moeten zijn in veewagens met airconditioning. Mechanische ventilatie en airconditioning zouden daarbij minstens vier uur onafhankelijk van de motor moeten kunnen draaien.