Brabantse kalverhouders hard aangepakt

Het inkomen van Brabantse kalverhouders komt fors onder druk te staan als het maatregelenpakket van kracht wordt om de uitstoot van stikstof en ammoniak in de provincie eerder in te laten gaan.

Gedeputeerde Staten (GS) van Brabant hebben gisteren 14 juni een voorstel gepresenteerd dat versneld moet leiden tot een beperkte uitstoot van stikstof. De kalversector wordt in deze plannen hard geraakt.

GS gaat er van uit dat voor het toepassen van emissiearme huisvestingsystemen de totale kosten op een kalverbedrijf met 5 procent mogen stijgen. Voor geiten- melkvee-, kuiken- en varkenshouders gaat de provincie uit van een kostenverhoging van 0,9 tot 1,3 procent. Als argument gebruikt de provincie dat het inkomen in de kalversector relatief hoog is.

Feitelijk leidt deze opstelling er toe dat elk kalverbedrijf in Noord-Brabant in 2022 de stikstofuitstoot met 50 procent moet hebben verminderd en in 2028 met 85 procent. Aangezien de provincie voor de emissiereductie alleen de technieken toegepast wil zien die voor de meeste ammoniakreductie zorgen, zit er voor kalverhouders niet veel anders op dan het toepassen van dure luchtwassers.

ZLTO-vertegenwoordigers voor de kalversector vinden het voorstel van GS onaanvaardbaar. Omdat ook op andere punten het maatregelenpakket zwaar weegt voor kalverhouders (verhoging eisen van Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) en de stalderingsmethode; eerst stal afbreken voordat er een nieuwe gebouwd wordt) organiseert ZLTO maandag 19 juni een bijeenkomst voor kalverhouders in ‘t Zand in Oirschot. Deze avond begint om 20.30 uur.