Nog rek in slachtgewicht door hogere jeugdgroei

De slachtgewichten van jonge rosékalveren kunnen verder omhoog als de jeugdgroei beter wordt benut. Dat bleek tijdens een symposium voorafgaand aan de open dag bij de familie Bennenbroek in Deurne (NBr).

De slachtgewichten van jonge rosés zijn al gestegen van gemiddeld 164 kg naar 168,2 kg in 2016. Met de stelling ‘over vijf jaar ontvangt Pali Group kalveren van gemiddeld 180 kg’ prikkelde Onno Hidding van de Pali Group de ruim honderd aanwezige kalverhouders. Een meerderheid was het met hem eens. Gedurende de presentatie liet Hidding doorschemeren dat de grens van 180 kg een hele uitdaging zal worden, maar de huidige jaarlijkse stijging laat volgens hem wel zien dat er nog voldoende rek zit in het verhogen van de slachtgewichten. Voeding, klimaat/huisvesting en goede communicatie tussen alle partijen op het boerenerf zijn noodzakelijk om het maximale resultaat te behalen.

Gerrit Oosterhuis van Denkavit ging verder in op het onderdeel voeding. Onderzoek van het bedrijf laat zien dat er nog veel rek zit in de jeugdgroei. Een hogere voergift vertaalt een jong kalf bijna één op één in een hogere groei. Opvallend is ook dat lichte kalveren vaak harder groeien dan zwaardere kalveren. Dit komt omdat het rantsoen is afgestemd op het gemiddelde gewicht. Waar kalveren boven de 50 kg gedurende de eerste zes weken 833 gram groei realiseren, bereiken hun lichte stalgenoten een groei van 859 gram in diezelfde periode. De zware kalveren kunnen dus harder gevoerd worden waardoor ze sneller groeien.

De groeipotentie van het jonge kalf beter benutten, kan door grondstoffen te gebruiken van een hogere kwaliteit en de hoeveelheid te verhogen. Daarnaast is het aan te raden om ’s winters bij te verwarmen wanneer de staltemperatuur onder de 15 graden Celsius komt. Dit is alleen noodzakelijk gedurende de eerste twee weken na opzet. Na die periode is de voeropname van het kalf dermate verhoogd dat de kalveren voldoende warmte produceren zodat de staltemperatuur niet buiten de comfortzone van het dier komt.

Omdat mais een belangrijk onderdeel is van het rantsoen van rosékalveren, ging Paul Hannink van ForFarmers in op de gevaren van mais. Kalverhouders moeten met name voorkomen dat er schimmels in de mais komen. Hij adviseert kalverhouders de mais te spuiten tegen bladvlekkenziekte. Ook andere schimmelziekten zoals eye-spot en roest worden hierdoor bestreden. Minder schimmels in het gewas betekent ook minder schimmels in de kuil, een smakelijker product en een hogere voeropname.

Dierenarts Eric van der Velden van DAP Thewi ging tot slot van het symposium in op de kansen van vaccinatie. Vaccineren is volgens hem zinvol, maar het is altijd maatwerk op het bedrijf. “Een kalf is geen holle ton waar je wat inspuit dat moet werken tegen een ziekte.” Het juiste entmoment, tegen het juiste virus, op de goede manier aangebracht is noodzakelijk om een enting te laten slagen.

De familie Bennenbroek hield vandaag een open dag ter ere van de nieuwe stal voor zeshonderd afmestrosés. De stal heeft een indirecte luchtinlaat en een centrale afzuiging van de stallucht. Hierdoor is het in de toekomst mogelijk om een luchtwasser te plaatsen.