LTO wil mestbeleid op maat per regio

LTO Nederland wil dat het mestbeleid inspeelt op gebieden waar grond- en oppervlaktewaternormen nog overschreden worden.

De organisatie reageert hiermee op de evaluatie van het mestbeleid door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het PBL stelt dat het huidige mestbeleid tegen grenzen aan loopt en dat de doelen van de Kader Richtlijn Water lang niet overal worden gehaald. In het Zuiden van het land zou dit mogelijkerwijs kunnen komen door een hogere toediening dan de gebruiksnorm met ‘zwarte’ mest, stelt het PBL.

LTO constateert dat in het overgrote deel van Nederland de Europese norm van maximaal vijftig milligram nitraat per liter in het bovenste grondwater gehaald wordt. En ook in het oppervlaktewater dalen de concentraties stikstof en fosfaat, afkomstig van de agrarische sector. LTO Nederland deelt de conclusie van het PBL dat het huidige mestbeleid tegen grenzen aanloopt wanneer de overheid zou doorgaan met het verder aanscherpen van gebruiksnormen voor mest.

In delen van Nederland liggen stikstofgebruiksnormen immers al twintig procent onder het landbouwkundige optimum. Dat berokkent schade aan het draagvlak, stelt Hans Huijbers portefeuillehouder Duurzaamheid bij LTO Nederland. Tot nu toe is altijd geredeneerd: hoe minder mest op het land, hoe schoner het water. “Maar dat is oud denken. Ik denk nieuw: hoe hoger de opbrengst, hoe meer fosfaat en stikstof het gewas aan de bodem onttrekt. Die meststoffen kunnen vervolgens ook niet het grond- of oppervlaktewater verontreinigen.”

Huijbers ziet het rapport als een stimulans tot nieuwe investeringen in mestverwerking. “Mestverwerking levert ons de producten waarmee we de bodem op maat kunnen bemesten.”