‘Rapport veetransport waardeloos’

Voorzitter Henk Bleker noemt het rapport van Wakker Dier over geklimatiseerde veewagens waardeloos.

In een persbericht van het ANP spreekt hij over ‘één van de slechtste rapporten ooit’. Geklimatiseerde veewagens zijn mede ingevoerd op verzoek van de Dierenbescherming en het is ook vereist voor het Beter Leven-keurmerk, pareert Bleker de kritiek. Het vervoer van dieren in deze wagens geeft volgens hem minder stress, minder diarree en minder luchtwegproblemen nadat de dieren op plaats van bestemming komen.

Wakker Dier stelt dat de dichte geklimatiseerde veewagens niet aan de wet voldoen. Alle dieren moeten tijdens transport goed bereikbaar zijn, zodat ze gecontroleerd en verzorgd kunnen worden. Ook ontbreekt het deze veewagens in veel gevallen aan goede inspectieluiken. Ze zijn te klein en bieden onvoldoende toegang tot de wagen waardoor inspecteurs de dieren alleen via de laadklep kunnen controleren.

Voor het onderzoek zijn ook interviews afgenomen met verschillende personen uit de transportsector. Hieruit komt naar voren dat dieren in geklimatiseerde wagens beter beschermd zijn tegen kou, wind of juist hitte. De kans op ziekteverspreiding is kleiner en sommige geïnterviewde transporteurs geven aan dat dieren rustiger en fitter op de nieuwe locatie aankomen.

Andere personen die geïnterviewd worden zeggen juist dat er welzijnsproblemen optreden. Een combinatie van bezetting en onvoldoende ventilatie kan de luchtvochtigheid, het ammoniakgehalte en de temperatuur in de truck razendsnel laten toenemen. Bovendien is het welzijn van de dieren volledig afhankelijk van goed werkende ventilatoren. Als deze het om technische redenen begeven, kan dat ernstige gevolgen hebben voor het dierenwelzijn.

Volgens Bleker zijn de boetes voor ondeugdelijk vervoer de laatste jaren op de vingers van maximaal twee handen te tellen en dat terwijl er miljoenen dieren vervoerd worden.

Wakker Dier heeft het onderzoek laten uitvoeren omdat geklimatiseerde vrachtwagens steeds vaker gebruikt worden. Het onderzoek is uitgevoerd door zusterorganisatie Eyes on Animals.