Eén op zes geeft elektrolyten op transportdag

Melkveehouders hebben niet de juiste kennis van de gewenste voeding op de dag dat stierkalveren hun bedrijf verlaten.

Dat blijkt uit een onderzoek van Brigitte Cortissos, student aan Van Hall Larenstein. In opdracht van Projecten LTO Noord onderzocht zij welke voorbereiding melkveehouders treffen op de dag dat de jonge stierkalveren het bedrijf verlaten. Cortissos deed haar onderzoek onder een groep gemotiveerde melkveehouders die deelnamen aan het kalveropfokproject. Binnen dit project discussiëren melkveehouders en kalverhouders samen over het jonge kalf.

Van de 47 ondervraagde melkveehouders geeft 82 procent aan op de dag van transport gewoon melk te geven. Ongeveer 15 procent geeft elektrolyten. 3 procent geeft aan de kalveren op de dag van transport geen voeding te geven.

Het geven van melk doen melkveehouders veelal met de beste bedoelingen omdat de kalveren de hele dag onderweg zijn, soms zelfs op advies van de veehandelaar. Uit wetenschappelijke onderzoek blijkt echter dat alleen elektrolyten of helemaal niets voeren op de dag van transport het beste is voor de dieren die binnen acht uur op het kalverbedrijf arriveren. Bij aankomst op het kalverbedrijf krijgen ze direct elektrolyten.

Dat zelfs deze gemotiveerde groep melkveehouders zo weinig weet van de ideale voorbereiding van het kalf voordat het op transport gaat, verbaast Fleur Bartels van Projecten LTO Noord. “Er is dus nog een groot gebrek aan de juiste kennis. De goede wil is er wel.” Met de kalveropfokbijeenkomsten hoopt Bartels dat de kennis toeneemt zodat beide sectoren beter op elkaar aansluiten.