Kamer nog niet eens over dierwaardige veehouderij

Tijdens het debat discussieerden de landbouwwoordvoerders van de politieke partijen over het omstreden artikel 2.1 uit de Wet dieren en het nieuwe voorstel van LNV-minister Adema. In 2021 heeft de vorige Tweede Kamer een amendement van de Partij voor de Dieren (PvdD) aangenomen. Deze aanvulling op artikel 2.1 is te algemeen omschreven en kan leiden tot juridische discussies over de manier waarop veehouders dieren mogen houden.

Tegenvoorstel
Hoewel de wet al is aangenomen door Tweede en Eerste Kamer heeft demissionair minister Adema een tegenvoorstel gedaan met een aanvulling op artikel 2.2 van de Wet Dieren. Esther Ouwehand (PvdD) vindt het voorstel van de minister te slap (evenals GL-PvdA en SP) en heeft en eigen voorstel uitgewerkt. Ook Thom van Campen (VVD) en Tjeerd de Groot hebben een gezamenlijk voorstel geschreven, evenals SGP en CDA. ChristenUnie kwam met een eigen amendement zodat er nu meerdere suggesties liggen waarover de Kamerleden het eens moeten worden.
Alle Tweede Kamerleden zeggen een dierwaardige veehouderij te willen, maar de verdeeldheid is groot. Caroline van der Plas van de BBB vindt het vooral belangrijk dat het amendement van de PvdD uit 2021 niet per 1 juli 2024 in werking treedt, zoals de bedoeling is. "Het zou het einde van de veehouderij betekenen." Van der Plas steunt het voorstel van Adema.

Sleutelrol PVV
De PVV heeft met zijn 37 zetels in de Tweede Kamer een sleutelrol. Hoewel de partij in 2021 steun toezegde aan het voorstel van de PvdD, sprak woordvoerder Dion Graus zich in dit debat niet uit. Als grootste formerende partij liet hij nog wel weten "te maken te hebben met een fractie die verdubbeld is". Hij gaat in overleg met zijn fractie. Bij de stemming zal blijken wat het standpunt van de partij is. 11 maart gaat het debat verder. De stemming is over twee weken. LNV-minister Adema zal deze week nog reageren op de standpunten in het debat.