Strengere KDW's vragen om alternatief

Van de 81 habitattypen in Nederland zijn er 32 waarbij de kritische depositiewaarde (KDW) verlaagd zou moeten worden. Dat wil zeggen dat er minder stikstof op terecht mag komen. Van 47 habitattypen blijft de KDW gelijk en van twee wordt de KDW verhoogd. De gebieden waarbij de KDW lager moet zijn, zijn voornamelijk heide-, water en duingebieden. Vooral op de Veluwe zijn veel gebieden waar de depositienormen strenger worden.

Stikstofminister Van der Wal vindt de bevindingen in het rapport 'zorgwekkend nieuws voor de natuur, de opgave om de natuur te herstellen en voor alle activiteiten die een nieuwe vergunning nodig hebben'. Ze noemt het rapport een nieuwe tegenvaller voor het stikstofdossier, onder andere voor legalisatie van PAS-meldingen en voor het mogelijk maken van andere maatschappelijke opgaven.

Volgens LTO laat het onderzoek zien dat het beleid met KDW's volstrekt onwerkbaar is en vervangen moet worden door beleid waarin niet modellen, maar de feitelijke kwaliteit van de natuur centraal staat. Ook Agractie is deze mening toegedaan.

Van der Wal herkent de kritiek. Ze laat weten uit te kijken naar een alternatief omdat de grote fluctuaties die in het rapport beschreven staan, laten zien dat de relatie tussen stikstofdepositie en de KDW een lastige factor is voor consistent overheidsbeleid. "Dit benadrukt wat mij betreft het belang voor een alternatief voor de KDW."

De bewindsvrouw verwacht dat de verlaging van de KDW in combinatie met een hogere stikstofdepositie gevolgen heeft voor de benodigde inzet en snelheid waarmee de natuur op termijn onder de KDW kan worden gebracht.

Eerder deze week liet Van der Wal nog weten dat de totale provinciale claim van 58 miljard euro voor het natuurbeleid veel te hoog was omdat er 'slechts' 24,3 miljard aan Rijksmiddelen beschikbaar zijn. De minister riep toen provincies nog op om hun plannen af te zwakken.