Direct afvoeren van mest vermindert poorttarief
Scheiden van vaste mest en urine op stalniveau en vervolgens verwerken van mest geeft de laagste emissie. Als verse mest direct verwerkt wordt, kan het poorttarief bij de vergister ook omlaag omdat er veel meer gas uit de mest komt. Dat blijkt uit het onderzoeksprogramma Next Level Mest Verwaarden.
Binnen het onderzoeksprogramma zijn vier scenario’s uitgewerkt met modelberekeningen voor zowel blankvleeskalveren als rosévleeskalveren waarbij de mest wordt verwerkt. In de tabel staan deze benoemd, inclusief enkele varianten op de scenario’s. Scenario 1 (blank) en 5 (rosé) zijn referentiesituaties zonder mestverwerking. In de scenario’s met mestverwerking zijn twee varianten doorgerekend: 250.000 ton en 750.000 ton per jaar ingaande drijfmest. Dit is gedaan om het effect van schaalgrootte in te kunnen schatten.
Bij de mestverwerking wordt de ingaande drijfmest verwerkt tot een mestkorreltje uit de dikke fractie en een stikstof- en kaliumconcentraat (beiden 5%) uit de dunne fractie. Deze vorm van verwerking is uit eerder onderzoek van Next Level Mestverwaarding als gunstigste naar voren gekomen. Daarnaast is een variant doorgerekend waarbij de dikke fractie niet verder wordt verwerkt. In totaal zijn er 21 varianten benoemd. Het doel van de studie is om inzicht te krijgen hoe maatregelen die ergens in de mestketen worden genomen uitpakken over de hele keten.
Op basis van de modelberekeningen concluderen de onderzoekers dat de emissies van ammoniak bij blanke kalveren het laagst is bij het scheiden van faeces en urine in de stal in combinatie met verdere verwerking van de mest (dikke en dunne fractie). Ook het scenario met dagelijkse afvoer van mest uit de stal leidt tot een forse reductie. Ten opzichte van het reguliere scenario is de reductie in NH3-emissie respectievelijk 56 procent (scenario 3.1) en 67 procent (scenario 4). De figuur laat zien dat de reductie vooral in de stal en bij de aanwending op het land plaatsvindt. Mestverwerking zorgt ervoor dat de emissie bij het aanwenden met maar liefst 93 procent daalt ten opzichte van aanwenden van drijfmest.
Ten aanzien van broeikasgasemissies (voornamelijk methaan) zien we een wat ander beeld. Ook hier heeft het standaardscenario de hoogste emissies. De scenario’s met dagontmesting en scheiden van faeces en urine in de stal (scenario’s 3 en 4) zorgen voor een zeer grote reductie in de stal. Echter, tijdens de opslag en bij het aanwenden van mest op het land zijn deze wat hoger. Gemiddeld zorgen deze varianten voor een afname van broeikasgasemissies van 50 procent ten opzichte van de referentie. Ten opzichte van de variant met verwerking van drijfmest (scenario 2) is de afname 21 procent.
Naast emissieberekeningen is ook onderzocht wat economisch het gunstigste scenario is, uitgedrukt in een benodigd poorttarief. Dit is gedaan voor de scenario’s met mestverwerking (scenario 2, 3 en 4). Een vergelijking met de referentie is niet gemaakt.
Hieruit kwam de combinatie van dagverse mest en mestverwerking als beste naar voren. Dit komt door de hogere verwachte biogasopbrengst. De variant met HBE’s (scenario 3.3) gaf de hoogste economische waarde. Hierbij is een poorttarief van 12 euro per ton nodig om uit de kosten te komen. Bij scenario 3.4 (verwerking van een aparte feces- en urine-fractie) is het benodigd poorttarief licht hoger volgens deze berekeningen.
Het is bij de gekozen schaalgrootte van 250.000 ton ingaande drijfmest economisch niet interessant om de dikke fractie verder te bewerken tot een mestkorreltje. In alle scenario’s leidt een grotere schaal van 750.000 ton tot een aanzienlijke kostenverlaging van 5 à 7 euro per ton ingaande mest. Bij deze schaal is het wel of niet verder verwerken van dikke fractie tot een mestkorreltje kostenneutraal.
Voor rosékalveren is het beeld redelijk vergelijkbaar. Lees het volledige artikel over dit onderwerp in De Kalverhouder die zaterdag 13 augustus 2022 verschenen is.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland