Eind mei hebben we onze jaarvergadering van VVK georganiseerd. We hadden twee zeer interessante sprekers: Rob de Wijk (tv-commentator, expert internationale betrekkingen) en Roy Meijer (voorzitter van agrarische jongerenorganisatie NAJK). Rob de Wijk liet zien hoe we als Nederland en veehouderij zijn verbonden met de wereld en dat de wereld van grote invloed is op ons voedselsysteem. Daarbij wordt voedsel door verschillende machtsblokken in de wereld steeds vaker als strategisch middel ingezet. Laten we daarom zuinig zijn op onze voedselproductie in Europa en Nederland. De oorlog in Oekraïne laat dat op dit moment het meest duidelijk zien.
Roy Meijer vertelde over de grote impact die de voorstellen in de scenariostudie kunnen hebben op de melk- en kalverhouderij. Dat we minder afhankelijk moeten worden van het buitenland staat buiten kijf. Maar dat de wereld niet stopt bij een landsgrens, weten we ook. Als kalverhouderij werken we in West-Europa voor West-Europese consumenten. Daar gaat 90 procent van ons mooie kalfsvlees naar toe. Laten we nu niet lijntjes trekken rondom de postzegel Nederland. Met drie regionale kerngebieden van de kalverhouderij in Europa (Frankrijk, Italië en Nederland/Vlaanderen/Duitsland) zijn wij van grote toegevoegde waarde voor de melkveehouderij, zowel financieel als intrinsiek.
In de scenariostudie van het ministerie wordt compleet voorbij gegaan aan dit plaatje. Alles is gericht op lokaal in ons kleine kikkerlandje. Het is wensdenken van het ministerie. Natuurlijk moeten we lokaal invullen wat lokaal ingevuld kan worden, maar er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Lokaal betekent niet altijd succesvol. Een mooi voorbeeld is het Hamletz-concept van familie Ten Have in het Groningse Beerta met haar twee sterren varkensconcept. Hamlet heeft alles wat de overheid vraagt. Een super concept wat alleen niet door de consument betaald wordt. En dat is wel de basis.
Het wensdenken zie je steeds meer opkomen. Afgelopen week had ik een bijeenkomst over de toekomst van onze agrifood-sector. Ook hier werd gestuurd op lokaal, korte ketens en verbreding . Toen ik vroeg aan de aanwezige accountant en relatiebeheerder wie aan het eind van het jaar de rekeningen had betaald, moesten ze toegeven dat ‘de ondernemer zijn corebusiness goed op orde had’. Ofwel: met zijn traditionele hoofdtak had hij ‘de nieuwe hobby’ betaald. Wederom een voorbeeld dat er een verdienmodel onder moet liggen.
Nu kun je denken, die boer wil gewoon niet veranderen, maar niets is minder waar. Een boer wil altijd meebewegen: minder antibiotica, beter transport, meer dierenwelzijn. Als hij perspectief ziet dan gaat hij er voor. Maar veranderingen moeten stap voor stap genomen worden met realistische doelen die haalbaar en betaalbaar zijn. Want een boer kan maar één keer zijn geld uitgeven. En de investering die hij doet moet vervolgens twintig jaar renderen. Boeren werken met kleine marges. Het zijn geen multinationals die een deel van hun winst jaarlijks inzet voor innovatie.
Om verder te komen zullen we met overheid en ngo’s om tafel moeten om samen toe te werken naar een gezamenlijke visie, een gezamenlijke waarheid zonder populistisch links en rechts gezwam. Met open vizier de zaken van meerdere kanten bekijken, eerlijk en realistisch. Dan moeten we samen een heel eind komen.
Hans Luijerink
Voorzitter VVK
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland