%26lsquo%3BBewustwording+nodig+voordat+je+kunt+verbeteren%26rsquo%3B
Nieuws

‘Bewustwording nodig voordat je kunt verbeteren’

Discussies rondom de zorg voor het jonge kalf vragen om actie van de melkveehouderij en kalverhouderij. Arjan Schimmel, voorzitter van brancheorganisatie ZuivelNL, geeft aan hoe hij dit ziet en wat dit betekent voor beide sectoren. Dit interview is vorige week verschenen in Ons Kalf, een special samengesteld door de Vereniging van Kalverhouders (VVK) waarin de gezamenlijke zorg voor het jong kalf wordt belicht.

Hoe kijkt u aan tegen de huidige discussie rondom de zorg voor het jonge kalf?
“Eigenlijk is het heel simpel. De zuivel heeft kalveren: een deel houden we voor ons zelf en een deel moet op een duurzame manier grootgebracht worden op een ander bedrijf. Om dit zo optimaal mogelijk te doen, zullen we als hele keten meer moeten samenwerken. Vijf jaar geleden werd er binnen de zuivelketen nog niet gepraat over vee en vlees. Nu wordt het steeds meer een onderdeel van onze keten. Je ziet bijvoorbeeld initiatieven waarbij melkveehouders die weidegang toepassen meer voor hun slachtkoeien krijgen. Als er een beloning aan zit, stimuleert dit om er verder mee te gaan.”

Is de beloning voor jonge kalveren voldoende?
“Het is maar hoe je hier tegen aan kijkt. Voor een goede blauwe stier krijg je 300 euro, voor een slechte zwartbonte 50 euro. Dus er zit nu ook al veel verschil in de prijs die je als melkveehouder krijgt voor een jong kalf. Dat de beloning te laag is, wil ik niet zeggen maar wat melkveehouders investeren in een kalf moet wel beloond worden.”

Is er veel overleg tussen melkveehouderij en kalverhouderij?
“Binnen ZuivelNL hebben we een themagroep Diergezondheid en Kwaliteit Runderen (DKR). Hierin is ook de kalverhouderij aangesloten. Je ziet dat het thema kalf meer in de picture staat. Binnen de melkveehouderij zijn verschillende programma’s opgezet om de opfok van kalveren te verbeteren. We hebben dus een gezamenlijke weg ingezet en zien resultaten. Van de andere kant zijn we er nog niet. Ook dierenwelzijnsorganisaties en andere ngo’s hebben oog voor de melkveehouderij en kalverhouderij en willen veranderingen zien.”

Die visies staan ook verwoord in de scenariostudies van het ministerie van LNV. Wat vindt u hiervan?
“De scenariostudies zijn extreem. We moeten wel vanuit de praktijk blijven denken. Als melkveehouder hebben we een kalf nodig voor de melk. Samen met de kalverhouderij hebben we een keten opgebouwd. Qua kringloopdenken is dat goed. Wel moeten we na blijven denken over de manier hoe we hier samen invulling aan geven. Als melkveehouderij en zuivel zullen we naast melk ook over vlees moeten praten. En daar hoeven we ons niet voor te schamen. In tegendeel: we voorzien als melkveehouderij met de verkoop van koeien en kalveren de consument al sinds mensenheugenis van vlees.”

Hoe kunnen beide sectoren samen werken aan verbetering?
“Door de hele keten bij elkaar te pakken. Niet denken in hokjes. De discussie gaat over de zorgduur van het kalf op het melkveebedrijf om dierenwelzijn te verbeteren en het antibioticagebruik in de kalverhouderij te verminderen. Alle kalveren op het melkveebedrijf houden is niet reëel. Een melkveebedrijf is ingericht op melkkoeien en jongvee. Er zijn geen stallen, arbeid en productierechten om stieren te houden. Daarnaast heeft de kalverhouderij de juiste stallen, vergunningen en kennis en kunde om deze dieren groot te brengen.”

Wat is dan wel reëel?
Er is bewustwording nodig voordat je zaken kunt verbeteren. Dat doen we nu met programma’s als KalfOK en het Kalfvolgsysteem. Maar dat kan nog beter door het structureel volgen van de kwaliteit van de kalveren op het kalverbedrijf en inzichtelijk maken van de prestaties. We moeten transparant zijn naar elkaar. Melkveehouderij en kalverhouderij zijn één keten. Het ‘wij’ en ‘zij’ moet er uit. Het is wij samen. Samen zorgen we voor een duurzame voedselvoorziening van zuivel en vlees. Door elkaar op te zoeken en te stimuleren ontstaat er begrip.”

En hoe passen de scenariostudies daarin?
Wat betreft de scenariostudies is het goed te kijken wat realistisch is en wat niet. Ook is het goed om pilots te starten op vrijwillige basis, waarbij bedrijven kunnen toewerken naar een rendabele opzet van een nieuwe structuur. Want een economische onderbouwing van de scenario’s die het ministerie voorstelt, ontbreekt nog volledig. Als melkveehouderij hebben we een sterke kalverhouderij nodig. Voor een rendabele keten hoort daar ook import bij. Dat moeten wij beseffen. Van de andere kant is een reële opbrengstverdeling noodzakelijk waarbij integraties hun verantwoordelijkheid nemen. Integraties verdienen hun boterham met kalveren. Dat betekent ook dat ze mee moeten bewegen naar en duurzame melkveehouderij én kalverhouderij in Nederland.”

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer