Daar is ‘ie dan: een afsluitende column. Ik ben geen boerin meer. Of misschien ben ik nog wel een boerin, maar eentje zonder erf en amper dieren. Zelfs onze kat heeft de benen genomen.
Van burgermeisje, naar boerin, naar burgervrouw. Nietsvermoedend begon ik aan het boerenavontuur met Bert. Koeien waren altijd al mijn lievelingsdieren, maar ik was nog nooit een stal binnen geweest. Uiteindelijk werkte ik mee, compleet met overall en laarzen, en kon ik shovel rijden. Al met al woonden we als gezin maar zes jaar op het erf. Toen was het klaar. Over en uit. Maar hoe werkt dat eigenlijk? Kan je echt klaar zijn met boer zijn?
Zo kort als mijn tijd op de boerderij was, was het lang genoeg om de gewoontes van het burgermeisje in mij compleet te veranderen. Er ligt een kalf in de vriezer, we halen onze melk bij een melktap in de buurt en we eten standaard met het seizoen mee. Als het even kan, eten we nog steeds warm in de middag. En als het kalf op is, peins ik er niet over om ons vlees bij de supermarkt te halen. Wij vinden wel een collega waar we een compleet kalf kunnen kopen.
Drie maanden geleden sloten we de deur achter ons. Dag boerenleven, hallo burgerleven. Maar die boer, die gaat er niet zomaar uit hoor. Onze kinderen sjouwen nog steeds rond met de kippen door de achtertuin. Onze jongste, inmiddels één jaar, trekt een sprintje naar buiten zodra er een deur openstaat. Weer of geen weer. Ze genieten van de wind, het buiten zijn. Vieze handen, natte haren en beslagen brillenglazen. En zelf mis ik het ook. Naar verhouding ben ik veel binnen. Laatst regende het en had ik even de handen vrij: ik sprong op de fiets naar het dorp. Heerlijk! De regen, de kou. Ik kwam met een brede lach en rode wangen bij de kaasboer binnen.
Mensen zeggen tegen mij: ‘Je hoeft je niet te vervelen met vier kinderen.’ En ja, de man is tegenwoordig van huis, dus ik ben veel heen en weer aan het rijden met boodschappen, kinderen halen en brengen en alle speelafspraakjes. Maar tijd is een raar ding. Uiteindelijk gaat het om de inhoud van de tijd en die is wezenlijk anders. Ons leven bruiste: vier kinderen én de boerderij. De aanloop er omheen, de klanten in de boerderijwinkel. Het schipperen met voedertijd. Het nachtelijk ontwaken, omdat je een geluid hoort in de stal. Extra eters, eindeloze sloten koffie. Ons huidige leven verbleekt daar wel een beetje bij.
Wij hadden nooit gedacht dat we de dingen zouden missen die we nu missen. Natgeregend op de shovel zitten bijvoorbeeld. Geniet er maar van! En ondanks alles, was het nog steeds de juiste keuze. Uiteindelijk is ieders toekomst onzeker. Ik hoop dat iedereen dichtbij de boer in zichzelf mag blijven. En ondanks dat dit een afsluitende column is, voelt het niet als afscheid. Ik ben nog steeds boerin.
Trees Blom
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland