Afgelopen week hebben we de VVK bbq’s gehad waar we onze boerenvisie presenteerden. In eerdere sessies in juli hadden we al opgehaald wat er leefde. Gezien de massale opkomst op alle bijeenkomsten leeft het onderwerp enorm. Het idee dat er lang over boeren is gepraat en niet met boeren, zit velen dwars. Natuurlijk kun je niet alles naar je eigen boerenboezem zetten, maar als er veranderingen moeten komen moeten ze vaak op de primaire houderij voor een groot deel plaatsvinden. Meepraten over de manier waarop is dan heel belangrijk.
Daarbij is het veelal de retoriek van Den Haag en de provinciehoofdsteden die onze eigen duurzaamheidsambities niet snel genoeg vinden gaan. Maar wat is de politiek op dit moment? Nu zie je waar ze vooral goed in zijn en dat is elkaar bezighouden en persoonlijk gewin proberen te halen. Het gewone volk – de meerderheid van de Nederlanders – wordt daarbij vergeten.
In de Telegraaf stond een artikel over veganisten die zelfs hun hond haverbrokken geven. Moet je deze mensen serieus nemen? Het is een fractie van de bevolking die deze manier van leven aanhangt. Nadeel is dat ze kabaal maken voor een hele bevolkingsgroep en daar hebben wij last van. Nu hoor je in deze groep al geluiden dat vlees consumeren het nieuwe roken is. Ik kan ze beloven: een mens is een omnivoor, heeft hoektanden en snijtanden en eet zowel planten als vlees. Op gronden waar grasland de enige optie is, krijg je sowieso melk en vlees. Wat mij betreft hoort vlees gewoon in de schijf van vijf.
Moet het dan anders? Natuurlijk blijven wij als veehouderij ons ontwikkelen. Maar wel evolutie (zoals bij de natuur past) en geen revolutie. We schuiven steeds een stukje op. In mijn tijd op school mochten we niet meer dan 350 kg fosfaat op ons maisland doen. Daar moet je toch niet meer aan denken? Maar de grenzen van wat kan, zijn we wel aan het bereiken. Op veel gronden worden er met de gewassen meer mineralen afgehaald dan via bemesting toegediend. Geef ons de tijd en we werken langzaam toe naar een duurzamere en wellicht wat kleinere kalverhouderij.
Dat het lastig is voor de landbouw is van alle tijden. Begin jaren tachtig van de vorige eeuw kregen we melk- en mestquota. De boerenwereld stond in brand. In 1997 kregen we varkenspest gevolgd door mond-en-klauwzeer (2001) en vogelgriep (2003). Tussendoor was er nog de BSE-crisis. Ook deze crisissen hebben we overleefd en konden we de jaren daarna nog mooie resultaten boeken. Nu staat ons voortbestaan wederom onder druk. Maar ook hier komen we uit en zal er een toekomst zijn voor diegenen die overblijven en met hart en ziel – en vol passie – dit prachtige vak uitoefenen.
Tot slot: heeft u nog opmerkingen of ideeën die u kwijt wilt over onze toekomstvisie? Laat het ons weten!
Hans Luijerink
Voorzitter VVK
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland