Duitsland verhoogt transportleeftijd kalveren naar 28 dagen

Reden voor de verhoging is het dierenwelzijn. In het besluit van 25 juni is te lezen dat het uit oogpunt van dierenwelzijn noodzakelijk is om kalveren pas te vervoeren als ze vijf weken oud zijn. Op een leeftijd van ongeveer twee weken neemt de concentratie antistoffen die het kalf via de biest heeft meegekregen af, terwijl het eigen immuunsysteem op zijn vroegst op een leeftijd van ongeveer vier weken goed functioneert. In deze kloof gedurende de derde en vierde week, is er onvoldoende immunologische bescherming.

De Bondsraad is zich er zich van bewust dat deze wijziging grote gevolgen heeft voor landbouwbedrijven. Op de bedrijven van herkomst moet voldoende ruimte zijn voor de kalveren en voldoende goede huisvesting. Ook heeft het consequenties voor de personele bezetting op de melkveebedrijven. Deze zaken verhogen de kosten. Daarnaast heeft de wijziging naar 28 dagen gevolgen voor het transport omdat er minder dieren per transporteenheid vervoerd kunnen worden.

Gezien deze consequenties vindt de Bondsraad een overgangsperiode van een jaar noodzakelijk zodat melkveehouders en transporteurs de mogelijkheid krijgen zich aan te passen aan de nieuwe regels. De verwachting is dat de aangepaste vervoersverordening dit najaar in werking treedt. Welke regels gelden tijdens het overgangsjaar is nog niet duidelijk. Een wens om de export naar derde landen te beperken, haalde geen meerderheid in de Duitse Bondsraad.

De Duitse verscherping van transportregels staat niet op zichzelf. Landbouwminister Julia Klöckner streeft samen met haar Nederlandse collega Carola Schouten voor strengere Europese regels betreffende het vervoer van dieren. Ook de Engelse minister van Landbouw George Eustice heeft onlangs verschillende wetsvoorstellen ingediend om strengere eisen op het gebied van dierenwelzijn te bewerkstelligen. Eén van de maatregelen is het beëindigen van de export van levende dieren die primair bestemd zijn voor de slacht.