Scenariostudie: geen eind- of wensbeeld, wel basis voor discussie
Minister Schouten heeft vandaag de studie openbaar gemaakt waarin verschillende toekomstscenario's voor de kalverhouderij staan uitgewerkt. De studie geeft volgens de samenstellers geen eind- of wensbeeld maar dient als discussiestuk en visievorming.
De drie onderzoeksbureau's die de scenariostudie over de kalverketen hebben samengesteld (Lysias, Rebel en Schuttelaar & Partners) stellen dat de sector de afgelopen decennia voortuitgang heeft geboekt op bijvoorbeeld antibioticagebruik.
Van de andere kant neemt de maatschappelijke druk op veranderingen eerder toe dan af, stellen ze: 'De ziektecijfers, het antibioticagebruik en de omstandigheden waarin de kalveren worden gehouden en vervoerd maken dat de kalversector onder een vergrootglas ligt. De ‘license to produce’ staat onder druk, ook omdat in Nederland zelf nauwelijks kalfsvlees wordt gegeten en de helft van de in Nederland opgefokte kalveren afkomstig zijn uit het buitenland."
De onderzoekers constateren dat er twijfel is bij het ministerie van LNV over de verbeterpotentie bij de sector en dat er vanuit maatschappelijke organisaties de wens is voor een systeemverandering. Daardoor rijst de vraag of binnen de huidige ketenstructuur nog voldoende ruimte is voor verbetering, of dat gedacht moet worden aan nieuwe ketenconcepten en een systeemverandering, aldus de onderzoekers. De studie presenteert drie scenario’s: thuis en tevreden, maximaal integraal en loyaal aan lokaal. Vanwege de ingrijpende veranderingen zijn de scenario’s denkrichtingen; bedoeld voor discussies over de verduurzaming van de sector op de (middel)lange termijn.
Het scenario 'Thuis en tevreden' gaat uit van verblijf van kalveren gedurende hun hele leven op een melkveebedrijf, geldend voor zowel Nederlandse als buitenlandse kalveren. Hieraan gekoppeld zijn welzijnsmaatregelen zoals drinkmogelijkheden naar de (zuig)behoefte van het kalf, een stimulans voor weidegang, zachte en grotere ligplaatsen en maximaal vier uur transport tussen melkveebedrijf en slachthuis.
Bij 'Maximaal integraal' gaat de minimale leeftijd waarop het kalf op transport naar kalverhouders mag, omhoog naar drie maanden. Melkveehouders sluiten desgewenst overeenkomsten af met een integratie, waarbij de integratie het eigenaarschap overneemt en zorgdraagt voor kennis en voer. De integratie koppelt terug over de conditie van het kalf en kort of beloont hierop.
'Loyaal aan lokaal' gaat over een regionaal georiënteerde korte kalverketen. De maximale transportafstand tussen melkvee-en kalverhouderij wordt 100 kilometer, en er is alleen sprake van direct transport (zonder verzamelcentra). De instroom van kalveren bij kalverbedrijven gebeurt op basis van actuele behoefte. Melkvee- en kalverhouder hebben een 1-op-1 relatie (eventueel op basis van samenwerkingscontracten) en stellen gezamenlijke gezondheidsplannen op.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland