Verruimde TVL-regeling geldt ook voor tweede kwartaal

Een motie van Tweede Kamerlid Eppo Bruins (ChristenUnie) over dit onderwerp is met een ruime meerderheid aangenomen (145 stemmen voor). Naast zijn eigen partij, ondertekende ook VVD, CDA, D66, PvdA en SGP de motie. Vergelijkbaar met het aanvragen van steun over het eerste kwartaal van 2021 mogen de omzetcijfers van het tweede kwartaal van 2021 vergeleken worden met die van hetzelfde kwartaal in 2019.

Een motie van SGP om een aparte regeling te krijgen voor de kalverhouderij waarbij de drempel van het omzetverlies binnen de TVL-regeling lager ligt dan 30 procent, haalde het niet (29 stemmen voor). Naast dat er geen Kamermeerderheid was, wilde ook minister Van 't Wout (Economische Zaken en Klimaat) geen verdere uitzonderingen op de TVL-regeling.

In de verruimde TVL-regeling (Tegemoetkoming Vaste Lasten) zit met ingang van het eerste kwartaal een extra opslag van 21 procent bovenop het vastelastenpercentage van 20 procent. Dat betekent dat het vastelastenpercentage op 41 procent komt. De TVL-subsidie is maximaal 330.000 euro (400.000 euro bij meer dan 250 medewerkers). Voor land- en tuinbouwbedrijven geldt een maximumbedrag van 225.000 euro.

Bovendien wordt het subsidiepercentage verhoogd naar 85 procent. De staffel van 50 tot 70 procent wordt omgezet in een vast percentage van 85 procent. Dit betekent een fors hogere vergoeding, zeker als het omzetverlies net boven de drempel uitkomt.