Grote inzet, maar weinig resultaat

Fije Visscher, scheidend vakgroepbestuurder, merkt dat het lastig is om een politieke meerderheid te krijgen voor de kalverhouderij. “LNV zegt: wij maken beleid binnen politieke kaders. Als die politieke kaders aangeven dat er geen ruimte is voor bepaald beleid, dan gebeurt dat ook niet.” Den Haag is volgens Visscher een stolp met weinig begrip voor de kalverhouderij en veel vooringenomenheid.

Voorzitter Wim Thus vult aan dat het bij de beleidsmakers ontbreekt aan kennis over de kalverhouderij. Dat blijkt volgens hem ook aan de brief die de minister op 4 januari heeft gestuurd naar de Tweede Kamer. In haar argumentatie geeft de minister aan dat ze de kalversector geen financiële steun geeft omdat de import van jonge kalveren te hoog is. Ze schrijft echter niet dat het aantal geboren kalveren in Nederland veel lager is dan de import gestegen is. Visscher: “De minister misbruikt informatie die niet relevant is en niet compleet is. Ik vind het gewoon schandalig.”

Visscher en Thus geven aan dat de kalversector nog meer moet doen om het draagvlak bij politieke partijen te vergroten. Thus: “Het is aan ons om hierin te investeren en meer kennis over de kalverhouderij bij het ministerie te krijgen.” Volgens Visscher is het daarbij belangrijk om het consumentenvertrouwen naar een hoger niveau te brengen, waardoor het politieke draagvlak ook stijgt. De initiatieven vanuit kalverhouders zelf om kalfsvlees lokaal te verkopen, vindt hij daarbij een goede bijdrage.

De vakgroep blijft in overleg met de overheid om de TVL-regeling meer specifiek te maken voor de veehouderij en kalverhouderij. Voor het vierde kwartaal komen er geen aanpassingen. De lopende gesprekken gaan onder andere over het verhogen van het percentage vaste kosten binnen de TVL-regeling. Door de huidige 20 procent voor vergoeding van vaste kosten te verhogen, zouden bijvoorbeeld ook de voerkosten meegenomen kunnen worden in de post vaste kosten. Visscher: “We blijven zoeken naar haakjes om de kalverhouders beter in de regelingen te laten vallen.”