Minister: kalversector zelf verantwoordelijk voor slechte prijzen

De bewindsvrouw verwijst in haar brief naar een artikel op deze website van 28 mei 2019 waarin een verband wordt gelegd tussen de marktprijzen op dat moment en het aantal kalverplaatsen in Nederland.

Desondanks importeerde de kalversector in 2019 55.000 kalveren meer dan in 2018. Zelfs in de eerste dertien weken van 2020 werden meer kalveren geïmporteerd dan in dezelfde periode in 2019, waardoor de problemen tijdens de coronacrisis vergroot zijn, concludeert de minister.

Schouten vindt het van het grootste belang dat de kalversector de import uit verre landen beperkt, zodat de marktprijzen volgens haar vanzelf herstellen. Ook het dierenwelzijn is hierbij gebaat, stelt ze: “De sector heeft hier dus zelf een handelingsperspectief.”

De VVD-fractie blijft de overwegingen van de minister bijzonder vinden om eventuele steun te koppelen aan de verantwoordelijkheid van de sector om dierenwelzijn verder te brengen, terwijl de sector amper de middelen heeft om het hoofd boven water te houden.

Uit de brief van 4 januari aan de Tweede Kamer blijkt dat de bewindsvrouw alles aangrijpt om de import van kalveren uit verre landen tegen te gaan. Ze vindt de kalversector hierin te weinig vooruitstrevend. Tijdens het Kamerdebat van 29 oktober j.l liet ze al haar frustratie blijken over het uitblijven van een sectorplan met daarin duidelijke ambities om de importen te beperken. In haar voortgangsrapportage duurzame veehouderij geeft ze een schot voor de boeg om de import uit Ierland, Denemarken, Tsjechië en de Baltische Staten te verbieden.

Om voor overheidssteun in aanmerking te komen verwijst Schouten kalverhouders naar de verruimde generieke maatregelen in het steunpakket van het kabinet. Bij de TVL komt er een oplopend subsidiepercentage: 50 procent bij een omzetderving van 30 procent tot 70 procent bij een omzetderving van 100 procent.