Met gericht fokken, ander voer en mestscheiding kan de klimaatimpact van de koe halveren.
Dat zegt de Wageningse onderzoeker Theun Vellinga in het eigen medium Wageningen Climate Solutions. Wereldwijd komt bij de productie van een kilo melk 2400 gram aan CO2-equivalenten vrij. In Nederland is dat getal een stuk lager, namelijk 1150 gram CO2-equivalenten. Dit komt door de efficiënte productiemethode in Nederland.
Maar die uitstoot moet verder omlaag om aan de klimaatafspraken te voldoen: naar 1020 gram in 2030. Enerzijds kan dat door het voer. Bij de omzetting van gras in de pens van de koe komt methaan vrij. Als de koe minder gras vreet en meer mais, daalt de methaanproductie. Maar maisteelt zorgt wel voor minder organische stof in de bodem. Dat is een nadeel. Verder zijn er toevoegingen mogelijk aan het voer alhoewel de resultaten wisselend zijn. Toevoeging van nitraat aan het voer geeft echter een blijvend effect.
Volgens Vellinga kan de methaanuitstoot ook omlaag met een gericht fokprogramma waarbij wordt gelet op de efficiëntie van de vertering. De methaanproductie kan dan de komende jaren met 1 procent per jaar omlaag. Over een periode van 20 jaar levert dat een methaanreductie op van 20 procent. De onderzoeker pleit ook voor dubbeldoelkoeien. Weliswaar daalt de melkproductie per koe iets, waardoor een koe meer broeikasgassen per kilo melk gaat produceren. Maar er wordt ook meer vlees in Nederland geproduceerd, waardoor we minder vlees met een zware ecologische voetafdruk hoeven te importeren. Dat levert weer klimaatwinst op.
Stalsystemen kunnen ook bijdragen aan minder CO2-equivalenten. Door mest en urine gescheiden op te vangen, daalt de uitstoot van ammoniak met zo’n 75 procent en kan mogelijk ook de emissie van andere broeikasgassen dalen. Ook dichte stallen en opstallen kunnen bijdragen aan minder uitstoot van broeikasgassen, maar dat is vanwege dierenwelzijn en de publieke opinie niet echt gewenst.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland