Deze zomer concrete doelstellingen verlagen kalversterfte

Minister Schouten wil deze zomer concrete doelstellingen afspreken met melkveehouders om de kalversterfte te verlagen. Dat laat ze in een brief aan de Tweede Kamer weten.

Aanleiding is de media-aandacht over kalversterfte op melkveebedrijven dit voorjaar. De kalversterfte schommelt al jaren rond 11,5 procent. Het betreft sterfte van kalveren tot 14 dagen, inclusief doodgeboren dieren.

De melkveesector is twee jaar geleden met een pakket aan maatregelen begonnen dat moet leiden tot verbetering. Een aantal van deze maatregelen zijn in januari 2018 door de zuivelsector als eis in de private zuivelkwaliteitssystemen opgenomen, zoals het Kalfvolgsysteem.

Verder hebben sinds 1 januari 2018 alle melkveebedrijven inzicht in het sterftekengetal op hun bedrijf via het zuivelkwaliteitssysteem. Bedrijven met een kalversterfte boven de 20 procent worden aangeschreven om samen met hun dierenarts aan de slag te gaan om de sterfte terug te brengen.

Bedrijven met een kalversterfte boven de 25 procent dienen verplicht een plan van aanpak op te stellen met hun dierenarts. Deze aanpak is gefaseerd: de grens waarboven een plan van aanpak moet worden opgesteld wordt telkens naar beneden bijgesteld.

Naast deze verplichte maatregelen is er nu ook al een vrijwillig benchmarksysteem; KalfOK. Hierin worden meerdere aspecten van kalveropfok meegenomen, waaronder kalversterfte. Ongeveer 85 procent van de melkveehouders heeft zich hiervoor al vrijwillig aangemeld.

De komende maanden vindt overleg tussen het ministerie van Landbouw en de sector plaats om concrete doelstellingen vast te stellen en duidelijk te krijgen op welke termijn verbetering van de sterftecijfers te verwachten is.